24847 |
ruisen van bladeren |
ruisen:
roesche (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones oe = lang; eu = lang
’t roesje và de beum (Q203p Gulpen),
WLD
roesche (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
Het ruisen van bomen (ruisen, ruizelen, reuzelen, snirsen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
22753 |
ruiten in het kaartspel |
ruiten:
roeten oas (Q203p Gulpen)
|
Ruiten: Ruiten aas. [SGV (1914)]
III-3-2
|
30772 |
ruitenzetter |
ruitenzetter:
rūtǝzetǝr (Q203p Gulpen)
|
Vakman die ruiten op maat maakt en inzet. De 'ruitenkremer' trok vroeger met zijn 'glaskast' ('glāskas') op de rug langs de dorpen in de omtrek van Sittard om gebroken ruiten te vervangen. [N 67, 98d; monogr.]
II-9
|
21937 |
ruitijd |
muit:
mūt (Q203p Gulpen)
|
De periode van het ruien, het veren wisselen, van de kip. [A 26, 8; S 30; Vld.; monogr.]
I-12
|
17885 |
ruk |
rop:
roep (Q203p Gulpen),
ruk:
ruk (Q203p Gulpen)
|
Ruk: snelle korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snuk, snoek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25148 |
rukwind |
stootwind:
stoeét wind (Q203p Gulpen),
windstoot:
windstoeét (Q203p Gulpen)
|
rukwind, plotselinge, felle wind [trekwind, snuk wind, strobatie] [N 81 (1980)] || windstoot, ruk of stoot van de wind [hort, buis] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
34024 |
rund |
rind:
reŋk (Q203p Gulpen),
rund:
rønt (Q203p Gulpen)
|
Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.]
I-11
|
24326 |
runderhorzel, horzel |
oreit:
horeet (Q203p Gulpen),
runderhorzel:
runderhorsel (Q203p Gulpen)
|
horzel [SGV (1914)] || runderhorzel (larven in de huid van runderen) [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
24371 |
rups |
rups:
roeps (Q203p Gulpen),
roepsj (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
rups [SGV (1914)] || rups rups [DC 46 (1971)]
III-4-2
|
23860 |
rustaltaar |
rustaltaar:
rus-alter (Q203p Gulpen)
|
Een met bloemen versierd altaar dat langs de processieroute geplaatst is, rustaltaar [mei-altaar, heiligenhuisken, hilliejehuus-je]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|