18871 |
schrikken |
schrikken:
schrikke (Q203p Gulpen),
sjrikke (Q203p Gulpen),
verschieten:
verschete (Q203p Gulpen),
và angs versjete (Q203p Gulpen)
|
door een plotseling angstgevoel bevangen worden en daardoor een onwillekeurige beweging maken [schrikken, verschieteen, ijzen] [N 85 (1981)] || schrikken (geen context) [DC 38 (1964)]
III-1-4
|
19661 |
schrobben |
de stoep schrobben:
stoep schroeben (Q203p Gulpen)
|
schrobben [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19411 |
schroeien |
snerken:
šnerəkə (Q203p Gulpen),
verbrennen:
verbrenne (Q203p Gulpen)
|
Aan de oppervlakte verbranden (blesteren, verbranden, schroeien, zengen, schroken, schoepen) [N 79 (1979)] || schroeien [SGV (1914)]
III-2-1
|
20489 |
schrokken |
buffelen:
buffele (Q203p Gulpen),
naar binnen slaan:
noa binne sjlaoë (Q203p Gulpen),
naar binnen slokken:
noa binne sjloeke (Q203p Gulpen),
schransen:
schranze (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
vreten:
vreéte (Q203p Gulpen),
vrêê(ə) te (Q203p Gulpen),
zich derinhouwen:
zich d⁄r in houwe (Q203p Gulpen)
|
gulzig; Hoe noemt U: Snel en onmatig in het verorberen van voedsel of drank; schrokachtig (gulzig, gruizig, vratig, slokachtig) [N 80 (1980)] || schrokken; Hoe noemt U: Gulzig eten (schrokken, slokken, vreten, verschrokken, schoffelen, wolven, zwelgen, worgen, moffelen, buffelen, schransen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24374 |
schub |
schub:
schubbe (Q203p Gulpen),
sjubbe (Q203p Gulpen),
Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones
sjub (Q203p Gulpen)
|
Hoe noemt u elk van de dunne plaatjes waarmee de huid van een vis geheel of gedeeltelijk is bedekt (schub, schubbe, schelp, schulp) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
18844 |
schuchter |
beschaamd:
besjemd (Q203p Gulpen),
beschermd:
beschermt (Q203p Gulpen),
bleu:
blued (Q203p Gulpen),
bluë (Q203p Gulpen),
blūje (Q203p Gulpen),
schuw:
sju (Q203p Gulpen),
verlegen:
verleëge (Q203p Gulpen)
|
bang om de aandacht te trekken of zich te vertonen [blode, bedeesd, beschaamd, schuchter] [N 85 (1981)] || bloode [SGV (1914)]
III-1-4
|
33586 |
schudden van vruchten |
appel schuddelen:
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones
aeppel sjuddele (Q203p Gulpen),
schuddelen:
schuddele (Q203p Gulpen)
|
Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)]
I-7
|
19565 |
schuier |
klederborstel:
kleͅi̯ərbø̄stəl (Q203p Gulpen)
|
stofborstel om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen, enz. te verwijderen [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19501 |
schuifgrendel |
schuif:
sjuuf (Q203p Gulpen)
|
schuifgrendel [N 07 (1961)]
III-2-1
|
23385 |
schuifje van de biechtstoel |
ruitje:
ruutsje (Q203p Gulpen)
|
Het afsluitbare traliewerk, de schuif in de biechtstoel. [N 96A (1989)]
III-3-3
|