30592 |
siccatief |
droogsel:
dryǝxsǝl (Q203p Gulpen)
|
Middel om verven sneller te doen opdrogen. ø̄Het vaste siccatief is in den regel boorzure mangaan-oxydul, ook wit mangaan genoemd, dat zeer krachtig werkt. Met een vijfvoudige hoeveelheid zinkwit gemengd, wordt het aan een vloeistof toegevoegd en veroorzaakt dan nog een zeer vlugge droging. Een vloeibaar siccatief is lijnolie, gekookt met loodoxyde of, indien de aanwezigheid van lood niet gewenscht is, met bruinsteen. Ook terpentijn, aan de verf toegevoegd, bevordert het drogenø̄ (Zwiers II, pag. 348). [N 67, 15; div.]
II-9
|
19385 |
sierkleedje, antimakassar |
kleedje:
kledsje (Q203p Gulpen)
|
Gehaakt kleedje of lapje over de rugleuning van stoel of canapé (lapje, kleedje) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20569 |
sigarenpijpje |
pijpenroortje:
pieperurke (Q203p Gulpen),
roortje:
reurke (Q203p Gulpen),
sigarenpijpje:
sigarepiepke (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
sigaarhouder; Hoe noemt U: Pijpje waarin men een gedeeltelijk opgerookte sigaar steekt om hem helemaal op te kunnen roken (spit) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24242 |
sijs |
sijsje:
sijske (Q203p Gulpen)
|
sijs (12 groenig, maar man heeft zwart petje en sikje; alleen trek- en wintervogel, dan in dichte danszwermen, meest bij elzen; zeer geliefde kooivogel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17752 |
sik |
sik:
sek (Q203p Gulpen),
sik (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen)
|
Geitenbaard. [N 77, 87; S 32; monogr.] || sik (onder aan de kin of aan de onderlip?) [DC 01 (1931)]
I-12, III-1-1
|
28694 |
sikkel |
zikkel:
zikǝl (Q203p Gulpen)
|
Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c]
I-5
|
20791 |
sinaasappel |
appelsien:
appelsieng (Q203p Gulpen)
|
sinaasappel [DC 48 (1973)]
III-2-3
|
23399 |
sint-annabeeld |
sint-anna-te-drien:
st. anna te drieë (Q203p Gulpen)
|
De beeldengroep gevormd door St. Anna met haar dochter Maria en haar kleinkind Jezus [St. Anna te drieën, St. Anna-trits?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23830 |
sint-antoniusbrood |
antoniusbrood:
əntoniusbroeëd (Q203p Gulpen)
|
Het Antoniusbrood, als aalmoes geschonken voor de armen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
24113 |
sint-elizabethsvereniging |
elizabethsvereniging:
elizabethsverinniging (Q203p Gulpen)
|
De vereniging van R.K. gehuwde en ongehuwde vrouwen die zich bezighield met ziekenbezoek en de zorg voor verwaarloosde kinderen (St. Elisabethsvereniging). [N 96D (1989)]
III-3-3
|