21387 |
unster |
balans:
balans (Q203p Gulpen),
met en balans woage (Q203p Gulpen),
waag:
met en woag woage (Q203p Gulpen),
woag (Q203p Gulpen)
|
unster (balans) [SGV (1914)] || unster [met een ~wegen] [SGV (1914)]
III-3-1
|
17699 |
urine |
pis:
pis (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
zeik:
zēk (Q203p Gulpen)
|
urine [N 10c (1995)] || urine van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting van vee. [N 38, 18d; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11, III-1-1
|
17700 |
urineren |
pissen:
pisse (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
zeiken:
zęi̯kǝ (Q203p Gulpen)
|
urineren [N 10c (1995)] || urineren van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting hebben, gezegd van vee. [N 38, 18b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11, III-1-1
|
24090 |
ursuline |
ursuline:
n ursulien (Q203p Gulpen)
|
Een Ursulin [Ursulien]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
22465 |
vaandel |
drapeau (fr.):
drapeau (Q203p Gulpen)
|
De aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22466 |
vaandeldrager |
drapeaudrager:
drapeaudrager (Q203p Gulpen)
|
Degene die het vaandel draagt in een schutterij, gilde [vaandrig, venderik, afferis, vendelzwaaier]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
34061 |
vaars |
vaars:
vēǝš (Q203p Gulpen),
vē̜rs (Q203p Gulpen),
vǝɛš (Q203p Gulpen)
|
Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20]
I-11
|
19492 |
vaatdoek |
vaatdoek:
vāt˂dōk (Q203p Gulpen)
|
vaatdoek [SGV (1914)]
III-2-1
|
25283 |
vadem, maat van uitgestrekte armen |
vadem:
vaam (Q203p Gulpen)
|
de maat die de afstand aangeeft tussen de rechter en de linkerhand bij zijdelings uitgestrekte armen (± 1,7m-1,9m) [rek, vadem, vaam] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
28963 |
vademen |
(de/een) naald(e) vamen:
ǝn nølt v ̇ē̜mǝ (Q203p Gulpen)
|
Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.]
II-7
|