20313 |
volwassen, volgroeid |
volwassen:
volwasse (Q203p Gulpen)
|
volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwassen, volslagen] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19412 |
vonk |
vonk:
vonk (Q203p Gulpen)
|
Brandend of gloeiend deeltje dat ergens afvliegt (kester, vonk, geinster, sprankel, kleister) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20174 |
voogd |
momber:
mommer (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
voogd:
voogd (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen)
|
iemand aan wie door de wet, de rechter of bij testament de taak is opgedragen om voor de belangen van de minderjarige kinderen te zorgen en hen te vertegenwoordigen i.p.v. de ouders [voogd, mommer, momber, mombaar, toeziender] [N 87 (1981)] || voogd [SGV (1914)]
III-2-2
|
18963 |
voor de gek houden |
kullen:
kulle (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
op onschuldige of grappige wijze misleiden, voor de gek houden [foppen, kullen, vernachelen, verpieren, bekeukelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21754 |
vooraanstaande |
notabele:
notabel (Q203p Gulpen),
voorname mens:
vurname miensch (Q203p Gulpen)
|
een persoon van veel betekenis in een plaats [peris] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23724 |
voorbidden |
voorbeden:
väörbèè (Q203p Gulpen)
|
Voorbidden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24956 |
voorde, doorwaadbare plaats |
ondiep:
ondeep (Q203p Gulpen),
oversteek:
över steék (Q203p Gulpen),
voorde:
voaed (Q203p Gulpen)
|
de plaats waar een weg door een beek of een riviertje gaat, de plaats waar die beek doorwaadbaar is (voorde, voord) [N 90 (1982)] || doorwaadbare plaats in een water [waaistap, gewad, doorsteek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
23905 |
voorgeborchte |
voorgeborchte:
t vörgebörchte (Q203p Gulpen)
|
Het voorgeborchte van de hel [vörgebörchte]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
29951 |
voorhamer |
voorhamer:
vø̄rhāmǝr (Q203p Gulpen)
|
Zware ijzeren hamer met een lange steel die wordt gebruikt om breuksteen stuk te slaan. Zie ook afb. 13. [N 30, 18c]
II-9
|
17747 |
voorhoofd |
voor de kop:
vùr gunne kop (Q203p Gulpen),
vər gənə kŏp (Q203p Gulpen),
voorkop:
veujerkòp (Q203p Gulpen)
|
voorhoofd [DC 01 (1931)]
III-1-1
|