e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterpas waterpas: wātǝrpas (Gulpen) Instrument om te onderzoeken of iets horizontaal ligt of overal even hoog is. Het bestaat uit een houten of metalen lat waarin een glazen buis is aangebracht die zodanig met een vloeistof is gevuld dat er een luchtbel in overblijft. Wanneer de luchtbel zich binnen de op het glazen buisje aangebrachte merktekens bevindt, ligt het te meten voorwerp waterpas. Het glazen buisje werd in L 270 'waterpasglaasje' ('wātǝrpas˲glē̜skǝ') en in Q 121 'waterwaagglaasje' ('wasǝrwǫaxjlęǝsjǝ') genoemd. In Q 19 kende men ook een waterpas waarmee men horizontaal een meetpunt over een grotere afstand kon overbrengen. Men gebruikte dan een waterpas die aan een koord kon worden gehangen. Was het touw goed strak gespannen, dan kon men op dit licht waterpasje, bestaande uit een waterpasglas met luchtbel en een koperen omhulsel met twee oogjes of haakjes om het geheel aan een touw te hangen zien of een muur horizontaal was of met behulp van dit instrumentje iets zuiver waterpas uitzetten. Men noemde dit werktuig het 'waterpasje' ('wātǝrp'skǝ'). [N 30, 12a; monogr.; N 30, 12b add.] II-9
waterpokken waterpokken: waterpokke (Gulpen), windpokken: windpokke (Gulpen) Waterpokken: besmettelijke ziekte waarbij rode vlekjes op de huid ontstaan die in blaartjes overgaan (windpokken, wijnpokken, respok). [N 84 (1981)] III-1-2
waterproof-schuurpapier waterproof-schuurpapier: wātǝrprōf-šūǝrpapīr (Gulpen) Zeer fijn schuurpapier dat vóór gebruik met water wordt bevochtigd. Het werken met waterproof-schuurpapier geeft een zeer glad resultaat. [N 67, 60b] II-9
waterput bron: bron (Gulpen, ... ), pomp: poomp (Gulpen), put: pøt (Gulpen, ... ), pø̄t (Gulpen), pøͅt (Gulpen, ... ), waterput: wātərpøͅt (Gulpen, ... ) [DC 21 (1952)] [DC 21 (1952)] [RND 08] [SGV (1914)] [Willems (1885)] I-7
waterring van de mijt waterring: wātǝrreŋk (Gulpen) Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
watervast tegen de regen kunnen: tē̜gǝ dǝr rē̜gǝ kenǝ (Gulpen) Gezegd van verf die tegen langdurige inwerking van water bestand is. [N 67, 75b] II-9
waterverf waterverf: wātǝr[verf] (Gulpen) Verf, die door middel van water in vloeibare toestand wordt gebracht, waardoor zij uitstrijkbaar wordt. 'Latex' is een fabrieksverf met als bindmiddel latex. De verf is met water verdunbaar. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 23a; monogr.] II-9
waterverfbindmiddelen caseïne: kasǝīn (Gulpen), silicaat: silikāt (Gulpen) In dit lemma zijn de benamingen voor een aantal bindmiddelen voor waterverf bijeengeplaatst. Caseïne is een eiwitachtig bestanddeel van melk. Waterglas is een natrium- of kaliumsilicaat of een mengsel daarvan. [N 67, 14] II-9
waterzucht water: het water (Gulpen), t water hubbe (Gulpen) Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zucht, het water). [N 84 (1981)] III-1-2
wecken inmaken: i-make (Gulpen), imake (Gulpen), inwecken: inwekke (Gulpen), wecken: wecke (Gulpen) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3