24740 |
zwarte populier |
peppel:
WLD
peppel (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
De zwarte populier; heeft op oudere leeftijd een heel donkere schors met diepe groeven, de ruitvormige bladeren zijn donkergroen (peppel, blauwe populier). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24288 |
zwarte roodstaart |
zwarte roodstots:
sjwatte roeëdstoets (Q203p Gulpen)
|
zwarte roodstaart (14 rood trilstaartje, man is van voren roetzwart en heeft wittige vleugelvlek; echte gebouwenvogel; broedt daar binnenin; roep driftig [wiet, wiet, tk, tk]; zang hoog vanaf gebouw [bi-bi-kchchchch...bu-bi-bi] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24289 |
zwarte specht |
zwarte specht:
sjwatte spech (Q203p Gulpen)
|
specht, zwart ~ (46 grote, zwarte knaap; alleen in grote bossen [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24290 |
zwarte stern |
zwarte stern:
sjwatte stirn (Q203p Gulpen)
|
zwarte stern (24 zomervogel bij vennen en brede poldersloten; min of meer zwart; traag vliegend vlak over het water; nest drijft op waterplanten [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24291 |
zwartkop |
zwartkop:
sjwatkop (Q203p Gulpen)
|
zwartkop (14 als tuinfluiter [046] maar man heeft zwart, pop een chocoladekleurig petje; nestje heeft binnenkant van haren; zang begint krassend maar eindigt luid jodelend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
31173 |
zwartmiddel |
bliksemzwart:
bleksǝmšwart (Q203p Gulpen)
|
Het middel dat men gebruikt om het leer een zwarte glans te geven. Het betreft hier benamingen voor middelen die niet alle inhoudelijk precies gelijk zijn. Sommige werden vroeger gebruikt, andere zijn modern. [N 36, 46]
II-10
|
24930 |
zwavelx |
solfer:
solfer (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen),
solver (Q203p Gulpen)
|
zwavel [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
33995 |
zweep |
karwats:
karwats (Q203p Gulpen),
smik:
šmek (Q203p Gulpen)
|
Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.]
I-10
|
18105 |
zweer |
zweer:
schweer (Q203p Gulpen),
zjwèer (Q203p Gulpen)
|
Zweer: huidontsteking vaak met ettervorming ten gevolge van een infectie (zweer, zwerage, zwerije). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24452 |
zwemblaas |
zwemblaas:
gelezen als sjwum-
sjumblaos (Q203p Gulpen),
Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones
sjwumblaos (Q203p Gulpen)
|
Hoe noemt u een vliezig zakje in het lichaam van een vis bestemd om lucht te bevatten (ziel, zwam, luchtblaas) [N 83 (1981)]
III-4-2
|