24453 |
citroenvlinder |
citroenpepel:
citroenpíeïpel (Q203p Gulpen)
|
Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
24406 |
cocon |
larve:
larve (Q203p Gulpen),
pop:
poep (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen),
pop (Q203p Gulpen),
Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones oe = lang uitgesproken (?)
poep (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
verpoppinghuls:
verpoepinghuls (Q203p Gulpen)
|
cocon [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)] || pop, coconrups [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
23939 |
collatie |
weiniger eten:
er is geen zelfst. naamw.
winniger eëte (Q203p Gulpen)
|
Een licht avondmaal dat is toegestaan op vastendagen, collatie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23628 |
collectant |
collectant (fr.):
dr collectant (Q203p Gulpen)
|
Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23624 |
collecte |
collecte:
de collecte (Q203p Gulpen)
|
De geldinzameling, de collecte [de kollekt?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23625 |
collecteren |
met de schaal rondgaan:
met de sjaol rondgaoë (Q203p Gulpen)
|
Met de schaal of het kerkezakje rondgaan in de kerk [róndgooën?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23629 |
collecteschaal |
grote schaal:
de groeëte sjaol (Q203p Gulpen)
|
De schaal, het bord waarmee in dat geval gecollecteerd werd [schaol, sjaal, telder, klaaterschoeëtel?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23626 |
collectezakje |
centenzakje:
t centezaekske (Q203p Gulpen),
klingelsbuidel:
dr klingelsbuul (Q203p Gulpen)
|
Een collectezakje (met belletje) aan een lange stok [kringel-, klingelsbuul?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19823 |
commode, ladenkast |
commode:
koͅmōt (Q203p Gulpen)
|
commode [SGV (1914)]
III-2-1
|
24020 |
communicantje |
communiekind:
e kemunekink (Q203p Gulpen)
|
Een communicantje. [N 96D (1989)]
III-3-3
|