25390 |
controleren |
in de flanken voelen:
en dǝ flankǝ vōlǝ (Q203p Gulpen)
|
Men controleert of de haren en de huid voldoende geweekt zijn door met de vingers aan een plukje haar te trekken of erover te wrijven. Als de haren zich gemakkelijk laten verwijderen is het varken genoeg gebroeid. [N 28, 24]
II-1
|
23392 |
corpus |
corpus (lat.):
dr korpus (Q203p Gulpen)
|
Het corpus, de Christusfiguur van een kruisbeeld. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23433 |
credenstafel |
credenstafeltje:
credenstöffelke (Q203p Gulpen)
|
De dientafel links en rechts op het priesterkoor, waarop de benodigdheden voor de Mis gereed gezet worden [credens(tafel)]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23620 |
credo |
credo (lat.):
dr credo (Q203p Gulpen)
|
De gebeden of gezongen geloofsbelijdenis, het Credo. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23416 |
crypte |
crypte (<fr.):
crypte (Q203p Gulpen)
|
De ruimte, de kelder onder het priesterkoor, vroeger gebruikt als grafkelder [crypte, krocht?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24327 |
daas (tabanidae) |
oreit:
horrêêt (Q203p Gulpen),
praam:
praam (Q203p Gulpen),
prame (Q203p Gulpen),
Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones
praam (Q203p Gulpen)
|
daas (paardenvlieg) [SGV (1914)] || Hoe noemt u de grote vlieg waarvan verschillende soorten in ons land voorkomen. De wijfjes zuigen bloed bij grote zoogdieren en mensen. De grote soorten steken pijnlijk en achtervolgen mensen en dieren met grote hardnekkigheid (daas, dazerik, dol) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
20895 |
dadel |
dadel:
dadel (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones
dadel (Q203p Gulpen)
|
De vrucht van de dadelpalm (dadel, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
23959 |
dagelijkse zonde |
dagelijkse zonde:
n dagelijkse zung (Q203p Gulpen)
|
Dagelijkse zonde [leslieje zung]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24898 |
dageraad |
krieken:
krieken (Q203p Gulpen),
s morgens:
s⁄murges (Q203p Gulpen)
|
het aanbreken van de dag [lamieren, krieken] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23533 |
dagmissaal |
dagmissaal:
daagmissaal (Q203p Gulpen)
|
Een kerkboek met misgebeden voor alle dagen van het kerkelijk jaar [dagmissaal?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|