e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jurk kleed: kətounə kleit (Gutshoven), ə blou klɛit (Gutshoven) blauw kleed [ZND 32 (1939)] || Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)] III-1-3
jus, vleesnat vleesnat: vlij(j)snao(z)t (Gutshoven) vleesnat, jus [ZND 36 (1941)] III-2-3
kaal duivenjong kwakkenjong: kwakəjøŋ (Gutshoven) Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
kaantjes kaaitjes: kyəkəs (Gutshoven) kanen [Goossens 1b (1960)] III-2-3
kaars kaars: kā.s (Gutshoven) kaars [RND] III-2-1
kaarsendomper kaarsensnuiter: kasəsnø&#x0304tər (Gutshoven) kaarsendomper, d.i. het metalen horentje waarmee de kaars uitgedoofd werd? [ZND 36 (1941)] III-2-1
kaarten (ww.) kaarten: koͅ:tə (Gutshoven), tuisen: verouderd  tö:sə (Gutshoven) kaarten [RND] III-3-2
kaas kaas: kĭĕ-is (Gutshoven) kaas [RND] III-2-3
kaatsen ballen: balə (Gutshoven) kaatsen [RND] III-3-2
kabeljauw kabeljauw: kabeljā (Gutshoven) kabeljauw [ZND m] III-2-3