23242 |
kerstmis |
kerstmis:
kjosəməs (P195p Gutshoven)
|
Kerstmis. [ZND 42 (1943)]
III-3-3
|
19496 |
keukenrek |
reebank:
riəbaŋk (P195p Gutshoven)
|
de plank waarop het keukengerief wordt gezet [ZND 32 (1939)]
III-2-1
|
21461 |
kibbelen |
vechten:
ze z(ai)(ə)n wir an ⁄t v(ai)chtə (P195p Gutshoven)
|
Ze zijn weer aan het kibbelen, twisten. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
22399 |
kien! |
kien:
kin (P195p Gutshoven)
|
Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Wat roept de speler die een rijtje cijfers bezet heeft? [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
22398 |
kienen |
kienen:
kinnə (P195p Gutshoven)
|
Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Hoe heet dit spel? [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
24184 |
kievit |
kievit:
sic
k(ei)wit (P195p Gutshoven)
|
kievit [ZND m]
III-4-1
|
24337 |
kikker |
kwakvros:
kwakfroͅs (P195p Gutshoven),
ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004
kwakvrōs (P195p Gutshoven)
|
kikvors [ZND 01 (1922)] || kikvors, puit [RND]
III-4-2
|
24336 |
kikkerdril |
kwakvrosklibber:
kwakfrøysklibər (P195p Gutshoven)
|
kikkerrit [RND]
III-4-2
|
24467 |
kikkerdril (2, bewerkt) |
(-)klibber:
kwakfrøysklibər (P195p Gutshoven)
|
kikkerrit [RND]
III-4-2
|
24309 |
kikkervisje |
dikkopje:
dikkøpke (P195p Gutshoven)
|
kikkervisje [ZND 34 (1940)]
III-4-2
|