e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leeuwenbek gaapmuiltje: -  gôəpəməlkə (Gutshoven) grote leeuwebek [ZND 40 (1942)] III-4-3
lei lei: ən lɛi (Gutshoven) Een lei waarop de kinderen schrijven. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lepel leper: ləpər (Gutshoven) Lepel (juiste dialectuitspraak) [ZND 37 (1941)] III-2-1
leugen leugen: da sən leuəgə (Gutshoven) Dat is een leugen. [ZND 37 (1941)] III-3-1
leven leven: znd 34, 82a;  lij(ə)və (Gutshoven) leven; op het einde van zijn leven [ZND 34 (1940)] III-2-2
leven (zn) leven: lijeve (Gutshoven), lijəvə (Gutshoven) leven; in de fleur van zijn leven [ZND 35 (1941)] || leven; op het einde van zijn leven [ZND 34] III-2-2
leverpastei leverpat: liə.vərpəteͅi (Gutshoven) leverpastei [Goossens 1b (1960)] III-2-3
leverworst leverpens: liəvərpe͂ͅns (Gutshoven), witte pens: wi̞tə pɛ.ns (Gutshoven) leverworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)] III-2-3
liberaal liberaal: hijə ɛs libəraoəl (Gutshoven) Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lid van een vereniging lid: ɛ lit van nən vərɛiənəgiŋ (Gutshoven) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1