e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mot mot: moͅ.t (Gutshoven) mot (beschrijving) [Lk 03 (1953)] III-4-2
motor moteur: motø͂ͅr (Gutshoven) motor [RND] III-3-1
motregen, fijne regen niffel: nifəl (Gutshoven) stofregen [ZND 38 (1942)] III-4-4
motregenen, licht regenen niffelen: `t nifəlt (Gutshoven) stofregenen [ZND 38 (1942)] III-4-4
muilpeer klet in het gezicht: klet ɛn oer gəzieg (Gutshoven), muilpeer: Plat  moəlpijər (Gutshoven) hoe heet een slag op de kaak ? Geef aan welke woorden gemeenzaam of plat zijn. [ZND 36 (1941)] III-1-2
muis hamster: hamstər (Gutshoven) muis, hamster [ZND m] III-4-2
muts: algemeen muts: muits (Gutshoven) pet, muts, klak [RND] III-1-3
nachtegaal nachtegaal: atərgaəl (Gutshoven), ätərgōͅəu̯l (Gutshoven) nachtegaal [ZND 05 (1924)], [ZND 39 (1942)] III-4-1
nauwgezet; nauwgezet persoon correct gevallen: hĭĕ is krék chəvàllə (Gutshoven) Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND] III-1-4
neef neef: nĭĕjəf (Gutshoven) neef [ZND 11 (1925)] III-2-2