19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
gemèkelik (L429p Guttecoven),
gemêkelik (L429p Guttecoven),
op zijn gemak:
op zie gemaak (L429p Guttecoven)
|
gemakkelijk [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
22441 |
gemaskerd persoon |
hoeraer:
hoerreer (L429p Guttecoven)
|
Een persoon met een masker voor [maskeraad, mom, vastenavondsgek]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18945 |
gemeen |
gemeen:
gemein (L429p Guttecoven)
|
gemeen [SGV (1914)]
III-1-4
|
21465 |
gemeente |
gemeente:
gemeinde (L429p Guttecoven)
|
gemeente [SGV (1914)]
III-3-1
|
21718 |
gemeentebelasting |
gemeentebelasting:
gemeintebelasting (L429p Guttecoven)
|
de belasting die slechts voor één gemeente of stad geldt [octrooi, binnenboek, gemeentelasten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21705 |
gemeentesecretaris |
secretaris:
sikkrətaris (L429p Guttecoven)
|
het hoofd van de secretarie [administratie] van een gemeente [griffier, secretaris, sikkeltaris, sik] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
hof:
[hof] (L429p Guttecoven),
pachthoeve:
pachthoeve (L429p Guttecoven)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
17560 |
geraamte |
geraams:
gerèèms (L429p Guttecoven),
gerêms (L429p Guttecoven)
|
geraamte [N 10a (1961)] || geraamte, skelet [SGV (1914)]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
klaar:
klaar (L429p Guttecoven),
kloar (L429p Guttecoven)
|
gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar [SGV (1914)]
III-1-4
|
29055 |
geren |
geren:
gērǝ (L429p Guttecoven)
|
Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10]
II-7
|