23875 |
bedevaartganger |
bedevaartganger:
bevaartgenger (L429p Guttecoven)
|
Een bedevaartganger, pelgrim. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23876 |
bedevaartplaats |
bedevaartsplaats:
bedevaartsplaats (L429p Guttecoven)
|
Een bedevaartsplaats, bedevaartsplaats, genadeoord. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23878 |
bedevaartprentje |
gedachtenisbeeldje:
gedachtenisbildje (L429p Guttecoven)
|
Een prentje ter nagedachtenis aan een bedevaart. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23879 |
bedevaartvaantje |
pelgrimsvlagje:
prlgrimsvlègske (L429p Guttecoven)
|
Een vaantje of vlagje dat tijdens een bedevaart gedragen en daarna als gedachtenis aan die bedevaart bewaard wordt, bedevaartsvaantje, -vlagje, pelgrimsvlagje. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21558 |
bedienen |
bedienen:
bedeenə (L429p Guttecoven)
|
de gevraagde waren in een winkel aan de klant geven [bedienen, gerieven, bestellen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
34540 |
bedorven ei |
rot ei:
rot ęi̯ (L429p Guttecoven),
rotte eieren:
rǫtǝ ęi̯ǝr (L429p Guttecoven)
|
[N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.]
I-12
|
34190 |
bedorven melk |
biest:
bēs (L429p Guttecoven)
|
Uierontsteking kan aanleiding zijn voor het sterk veranderen van de melk. Ze kan zelfs etterig, bloederig of geelwaterig worden. Soms vindt men in de melk slechts enkele kleine stolseltjes. [N 52, 5b; A 48A, 10b]
I-11
|
18965 |
bedriegen |
bedriegen:
bedreige (L429p Guttecoven),
befoetelen:
Opm. is onbeleefd/brutaal woord en wordt in geringe mate gebruikt.
befoetele (L429p Guttecoven),
besodemieteren:
Opm. is onbeleefd/brutaal woord en wordt in geringe mate gebruikt.
bezodemietere (L429p Guttecoven)
|
bedriegen [SGV (1914)]
III-1-4
|
18825 |
bedroefd |
bedroefd:
bedruif (L429p Guttecoven),
geen aard hebben:
Opm. deze uitdrukking kent men ook.
ich höb geinen aard (L429p Guttecoven)
|
bedroefd [SGV (1914)]
III-1-4
|
22688 |
beeldhouwer |
beeldhouwer:
beeldhouwer (L429p Guttecoven)
|
Iemand die uit steen beelden maakt [beeldsteker, beeldhouwer, beeldenpikker]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|