e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krom, met bochten krom: kromp (Guttecoven), krôēmp (Guttecoven) afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)] || krom [SGV (1914)] III-4-4
krommen zich krommen: zich krŭmme(n) (Guttecoven) krommen [SGV (1914)] III-4-4
krommen, ombuigen krommen: zich krŭmme (Guttecoven), ombuigen: ŏambuige (Guttecoven) krommen [SGV (1914)] || ombuigen [SGV (1914)] III-1-2
kroonluchter luchter: luchter (Guttecoven) Een veelarmige lamp in de kerk, luchter, kroonluchter. [N 96A (1989)] III-3-3
kroppen, gezegd van voedsel wurgen: wörge (Guttecoven), wörge(n) (Guttecoven) Hoe noemt U: In de slokdarm blijven steken, gezegd van een hap voedsel (kroppen) [N 80 (1980)] III-2-3
kruiden, specerijen gekruiden: WLD  gekrūūde (Guttecoven) De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] III-2-3
kruidenier winkelier: winkelèèr (Guttecoven) een winkelier, kleine handelaar in koffie, thee, rijst, meel, zout, zeep, gedroogde vruchten, specerijen enz. [kruidenier, epicier, komenij] [N 89 (1982)] III-3-1
kruidenjenever kruidendrank: kroededrank (Guttecoven) kruidenjenever; Hoe noemt U: Jenever met kruiden (pop) [N 80 (1980)] III-2-3
kruidnagel groffelsnagel: grŏaffelsnagel (Guttecoven) kruidnagel [SGV (1914)] III-2-3
kruidwijding kruidwijden: Kroetwien (Guttecoven) O.L. Vrouw Kruidwijding [SGV (1914)] III-3-3