e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruisdagen kruisdagen: kruutsdaag (Guttecoven) De drie dagen vóór Hemelvaartsdag, de kruisdagen [krütsdaag, kruusdaog]. [N 96C (1989)] III-3-3
kruiselings overhoeks eggen kruis overoord [eggen]: krø̄ts ø̄vǝrǭrt (Guttecoven) Manier van schuin eggen waarbij men telkens naar de volgende aangrenzende zijde gaat, zodanig dat de egbanen elkaar kruisen en de akker dus dubbel bewerkt wordt; zie afb. 72. Een rechthoekige lange akker kan kruiselings overhoeks worden geëgd volgens een patroon dat grotendeels het dubbele is van afb. 72: halverwege de akker laat men het egpatroon overgaan in zijn spiegelbeeld; zie afb. 73. Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting op het lemma ''eggen''.' [JG 1b+ 1d add.; N 11, 84c add.; N 11A, 177d + e; monogr.] I-2
kruisje aan een kettinkje kruisje aan een kettinkje: krutske aan e kèttingske (Guttecoven) Een kruisje, aan een kettinkje om de hals gedragen. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisje van de rozenkrans kruisje: krutsken (Guttecoven) Het kruisje aan de rozenkrans. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisprocessie kruisprocessie (<lat.): kruutsprocesse (Guttecoven) De processie die tijdens de kruisdagen gehouden wordt voor een goede oogst, de kruisprocessie . [N 96C (1989)] III-3-3
kruisspin kruisspin: kruussjpén (Guttecoven) kruisspin, spin met wit kruis op de rug die radvormig web maakt [N 26 (1964)] III-4-2
kruisteken kruisteken: kruutsteike (Guttecoven) Een kruisteken [kruis, krèùs/kröös, kruus, kruuts, kruusteiken?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisverering kruisverering: kruutsverâeren (Guttecoven) Het gebruik om op Goede Vrijdag de relikwie van het Heilig Kruis te kussen, de Kruisverering. [N 96C (1989)] III-3-3
kruisweg kruisweg: kruutswaeg (Guttecoven, ... ) De gebedsoefening langs de 14 staties van Jezus gang van Pilatus naar Golgotha [kruisweg, kruuswèg, kruutswèèg]. [N 96B (1989)] || Het geheel van 14 kruiswegstaties in de kerk [kruu(t)swèèg, kruuswèg?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kruisweg: 14 staties staties: sjtaases (Guttecoven) De 14 staties. [N 96B (1989)] III-3-3