| 22329 |
lijn waar het spel begint |
streep:
sjtreep (L429p Guttecoven)
|
De lijn waar bepaalde spelen beginnen [meet, mark, schreef, schram, erke, aanbrak, ambrok, lambrak, doodmeet]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 33273 |
lijnzaad, vlaszaad |
lijzend:
lēzǝt (L429p Guttecoven)
|
Linum usitatissimum L. Lijnzaad is de gebruikelijke naam voor het zaad van de vlasplant en, in verband met de olieproduktie, ook voor het gewas. Zie paragraaf 4.2 en in het bijzonder het lemma Vlas. Uit de gerepelde en gedorste zaadbollen wordt olie geslagen, de lijnolie; de overblijvende pulp is een gezocht veevoer. De vormen die hier zijn samengebracht onder de typen lijzend en lijzens zijn te beschouwen als varianten van lijzaad, met een bijzondere verzwaring van het eerste lid. Ze zijn als afzonderlijke typen behandeld vanwege de samenstellingen in dit lemma en in de volgende lemmaɛs. [S 22; Wi 18; monogr.; add. uit JG 1b; L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31]
I-5
|
| 21987 |
lijst met deelnemende duiven |
poulelijst:
poellīēs (L429p Guttecoven)
|
de lijst waarop elke liefhebber zijn deelnemende duiven laat inschrijven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 24567 |
lijsterbes |
lijsterkers:
-
liesterkeesj (L429p Guttecoven)
|
lijsterbes (Sorbus aucuparia) [DC 26 (1954)]
III-4-3
|
| 20492 |
likken |
lekken:
lekke(n) (L429p Guttecoven),
lèkke (L429p Guttecoven)
|
likken; Hoe noemt U: Met de tong over iets heen en weer gaan om zo het voedsel op te nemen (likken, lekken, leppen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 20725 |
limburgse kaas |
stinkkaas:
stinkkeas (L429p Guttecoven)
|
Limburgse kaas, Hervese kaas (stinkkaas, rommedoe?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 24821 |
lindeblad |
lindeblad:
linjeblaat (L429p Guttecoven)
|
lindeblad [SGV (1914)]
III-4-3
|
| 21478 |
liniaal |
lijnes:
lines (L429p Guttecoven),
liniaal:
lieniaal (L429p Guttecoven)
|
een dunne rechte lat met een maatverdeling om er lijnen langs te trekken [liniaal, linie, regel, regelet] [N 90 (1982)] || liniaal [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 28772 |
linnen, linnengoed |
lijnen:
linǝ (L429p Guttecoven)
|
Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.]
II-7
|
| 17617 |
lip |
lip:
lup (L429p Guttecoven, ...
L429p Guttecoven,
L429p Guttecoven)
|
lip [DC 01 (1931)], [SGV (1914)]
III-1-1
|