| 18554 | regenjas | regenjas:
            
            reagne jas (L429p Guttecoven, ...
            
          
            
            
            L429p Guttecoven) | damesregenmantel [N 23 (1964)] || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)]
                  
                  III-1-3 | 
            
          
            
              
                | 18712 | regenpijpen | regenpijpen:
            
            reagne piepe (L429p Guttecoven) | regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)]
                  
                  III-1-3 | 
            
          
            
              
                | 24308 | regenworm | pierling:
            
            peerlink (L429p Guttecoven), 
            
          
            
            
              regenworm:
            
            rêngenwŏarm (L429p Guttecoven, ...
            
          
            
            
            L429p Guttecoven), 
            
          
            
            
              worm:
            
            wòrm (L429p Guttecoven) | pier [SGV (1914)] || pier, aardworm [SGV (1914)] || regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)]
                  
                  III-4-2 | 
            
          
            
              
                | 22854 | rei | rei:
            
            rie (L429p Guttecoven) | rei [SGV (1914)]
                  
                  III-3-2 | 
            
          
            
              
                | 17904 | reiken naar | reiken naar:
            
            noa get reike (L429p Guttecoven) | reiken, met de handen naar iets reiken [iest beraome] [N 10 (1961)]
                  
                  III-1-2 | 
            
          
            
              
                | 22078 | reinigen (van de hokken) | schoonmaken:
            
            sjaonmààkə (L429p Guttecoven) | Hoe zegt men: het reinigen van de hokken? [N 93 (1983)]
                  
                  III-3-2 | 
            
          
            
              
                | 21201 | reiskoffer | koffer:
            
            ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a. 
              
                kŏaffer (L429p Guttecoven), 
            
          
            
            
              valies (<fr.):
            
            vlies (L429p Guttecoven) | Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)] || koffer [SGV (1914)]
                  
                  III-3-1 | 
            
          
            
              
                | 21196 | reizen | reizen:
            
            reizə (L429p Guttecoven) | het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)]
                  
                  III-3-1 | 
            
          
            
              
                | 19388 | rek | rek:
            
            rëk (L429p Guttecoven) | Soort kast van latten en planken, zonder deur, om iets in op te bergen, b.v. in de keuken (rek, schap, hang) [N 79 (1979)]
                  
                  III-2-1 | 
            
          
            
              
                | 21740 | rekruut | rekruut:
            
            rəkruut (L429p Guttecoven) | een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)]
                  
                  III-3-1 |