e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sneeuwen sneeuwen: sjnieje (Guttecoven), sjnië (Guttecoven), sjniën (Guttecoven) sneeuwen [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
sneeuwklokje sneeuwklokje: WLD  sjneaklökskə (Guttecoven) Sneeuwklokje (galanthus nivalis). Bolplantje. De bloem staat alleen op een stengel die boven de beide bladeren uitsteekt. De buitenste bloemdekblaadjes zijn eivormig; de binnenste hartvormig met een diepe bocht, aan de buitenzijde met een halve maanvormig [N 92 (1982)] III-4-3
sneeuwx sneeuw: sjnea (Guttecoven), sjnee (Guttecoven, ... ) sneeuw [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] || sneeuw [schimmel] [N 22 (1963)] III-4-4
snel, vlug vlot: vlót (Guttecoven) snel, vlug [greppig, vinkig, vinnig] [N 91 (1982)] III-4-4
sneuvelen sneuvelen: sjneuvələ (Guttecoven) in de oorlog omkomen [sneven, sneuvelen] [N 90 (1982)] III-3-1
snijtand snijtand: sjnietentj (Guttecoven) snijtand [DC 01 (1931)] III-1-1
snikken snikken: sjnikke (Guttecoven) snikken [snoffe] [N 10 (1961)] III-1-4
snipper snipper: sjnipper (Guttecoven) een afgesneden, afgeknipt of afgescheurd stukje papier of stof [snipper, stoike, schreudje, schroodje, snippeling] [N 91 (1982)] III-3-1
snoepen slokken: sjlŏakke (Guttecoven) snoepen [SGV (1914)] III-2-3
snoepgoed slok: sjloek (Guttecoven), sjlôk (Guttecoven) snoepgoed; Hoe noemt U: Zoetigheid, lekkernij, snoeperij, snoepgoed (mem, smul, lekker, lakker, snoep, lekkergoed, lekkerigheid, sneukelderij, snuisterij, kokerel, zoetigheid, grevegoed) [N 80 (1980)] III-2-3