e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vuil waterx vies water: vīēs water (Guttecoven) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4
vuist vuist: voes (Guttecoven) vuist [N 10 (1961)] III-1-1
vuurtang, sinteltang vuurtang: vy(3)̄rtaŋ (Guttecoven) vuurtang [N 05A (1964)] III-2-1
waaienx winden: het winjde (Guttecoven), winje (Guttecoven), wènje (Guttecoven) het waaide [SGV (1914)] || waaien [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4
waarschuwen waarschuwen: waarsjouwe (Guttecoven, ... ) waarschuwen [SGV (1914)] III-3-1
wacht wacht: wag (Guttecoven) de taak om de kazerne te bewaken [vigilantie, wacht, faction] [N 90 (1982)] III-3-1
wachthouden bij een dode waken: wààkə (Guttecoven) wachthouden bij een dode [waken] [N 87 (1981)] III-2-2
waden baden: baaje (Guttecoven, ... ) lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)] || waden: door het water baden [waoje, baoje, baaje] [N 10 (1961)] III-1-2
wafel wafel: waffel (Guttecoven, ... ), waffele (Guttecoven) Wafel [N 16 (1962)] || wafel [SGV (1914)] || wafels [SGV (1914)] III-2-3
waggelen strompelen: sjtròmpele (Guttecoven), waggelen: waggelen (Guttecoven), wakkele (Guttecoven) lopen: onvast, wankelend lopen [stroemele, striemele, strampele] [N 10 (1961)] || slingerend lopen [N 38 (1971)] III-1-2