e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

Gevonden: 4202
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zoeken zoeken: zuike (Guttecoven) zoeken [SGV (1914)] III-1-2
zoethout zoethout: zeuthout (Guttecoven), zuithout (Guttecoven) zoethout [SGV (1914)] III-2-3
zogen, voeden (overg.) aanleggen: áánlaggə (Guttecoven) gezoogd worden, aan de borst zijn, gezegd van zuigelingen [lodderen, mem lebben] [N 86 (1981)] III-2-2
zolder zolder: zøͅldər (Guttecoven) zolder [SGV (1914)] III-2-1
zoldergat, opening in de koestalzolder hooiluik: [hooi]lūk (Guttecoven) In de koestalzolder is meestal een opening waardoor het hooi naar beneden geworpen wordt om het aan de dieren te voeren. Waar de koestalzolder in open verbinding staat met de schuur is er meestal geen opening in de zoldering. Een aantal opgaven betreffen een luik of een scharnierende deur waarmee de opening afgesloten kan worden. De benamingen kunnen ook gebezigd worden voor een opening in de gevel of in het dak waardoor het hooi op de zolder wordt gebracht. Zie ook het lemma "hooivenster" (3.4.5). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (hooi) het lemma "hooi" in aflevering I.3. Zie ook afbeelding 16.c bij het lemma "hooizolder, koestalzolder, schuur" (3.4.1). [N 5A, 56b; N 5, 97 en 97a; L 42, 24 passim; monogr.; add. uit N 5A, 57c] I-6
zolderkamer zolderkamer: zøͅ.ldərkāmər (Guttecoven) zolderkamer [N 05A (1964)] III-2-1
zomen zomen: zø̜jmǝ (Guttecoven) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zomerkleren zomerkleren: zomer kleijer (Guttecoven) zomerkleren [N 23 (1964)] III-1-3
zon- en feestdagen zondag: zunnig (Guttecoven) Zon- en feestdagen (ledige dagen) . [N 96C (1989)] III-3-3
zondagmissaal kerkboek: kirkbook (Guttecoven), zondagsmissaal: zunnesmissaal (Guttecoven) Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)] III-3-3