| 21717 |
accijns |
accijns (<lat.):
aksiens (L429p Guttecoven)
|
de belasting op etenswaren [accijns] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 19021 |
achterdocht |
presumptie:
prezonsje (L429p Guttecoven)
|
achterdocht [SGV (1914)]
III-1-4
|
| 32962 |
achtergebleven hooi harken |
bijeenkemmen:
bięi̯kø̜mǝ (L429p Guttecoven),
bijeenreken:
bięi̯rɛkǝ (L429p Guttecoven)
|
Wanneer het hooi is binnengehaald werd soms nog eens het hooiland afgeharkt om het achtergebleven hooi te verzamelen. [N14, 122; A 34, 4 add.]
I-3
|
| 33984 |
achterhaam |
achterhaam:
ɛxtǝrhām (L429p Guttecoven)
|
Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.]
I-10
|
| 17572 |
achterhoofd |
kruin:
kruun (L429p Guttecoven)
|
achterhoofd [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 32642 |
achterploeg |
ploeg:
[ploeg] (L429p Guttecoven)
|
Het achterste deel van een rad- of karploeg, dat de ploegboom, het ploeglichaam en de staart omvat. [N 11, 31.II.1; N 11A, 100b]
I-1
|
| 31585 |
achterschijf |
stootplaat:
štoǝtplāt (L429p Guttecoven)
|
Ronde, met het wiel meedraaiende schijf tussen de naaf en de stootring van het asblok. De achterschijf verhindert dat er tijdens het rijden vet of smeer verloren gaat en vuil de naafbus kan binnendringen. Woordtypen met als tweede lid het woord -ring komen ook voor in het lemma ɛstootringɛ (WLD I.13).' [N G, 50a; N 17, 56; JG 1b, add.]
II-11
|
| 17651 |
achterste |
achtelste:
ĕchelsjte (L429p Guttecoven)
|
achterste [SGV (1914)]
III-1-1
|
| 19445 |
achteruit |
goedje:
geudje (L429p Guttecoven),
plaats:
plaats (L429p Guttecoven),
wei:
wei (L429p Guttecoven)
|
Open plaats achter een huis (dam, werft, bleek, achteruit, plaats) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 34584 |
achterwand |
stop:
štǫp (L429p Guttecoven),
stopsel:
(mv)
štø̜psǝlǝ (L429p Guttecoven)
|
De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enquête opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.]
I-13
|