e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

Gevonden: 4202
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
draaikolk kolk: kòlk (Guttecoven) kolk, plaats in water waar een snel ronddraaiende stroom is die voorwerpen kan meeslepen en naar beneden trekken [willing, wieling, waal, wolf, draaipol] [N 81 (1980)] III-4-4
draaipin van een zware deur of poort harre: harǝ (Guttecoven) Aan de onderkant (soms ook bovenkant) draait een zware deur of poort op een ijzeren pin die een deel van het gewicht opvangt en voorkomt dat de deur scheef komt te hangen. De benamingen voor deze zware draaipin hangen soms samen met die voor de scharnierpinnen aan de zijkant van de deuren; zie daarvoor de aflevering over de huizenbouw, deel II, afl. 9. Voor het type turen, vergelijk Rhein.Wb s.v. Turen. Achter in het lemma zijn enkele benamingen apart opgenomen voor de holte (vaak een steen) waar de pin in draait. [N 4A, 50; monogr.] I-6
dracht, drachtig zijn vol: WLD  vol (Guttecoven) Hoe noemt u de dracht van honden, katten, konijnen etc. (kipsel) [N 83 (1981)] III-4-2
draden of randen van peulvruchten ringen/randen: reng (Guttecoven) [N Q (1966)] I-7
dragen dragen: drage (Guttecoven) dragen [DC 02 (1932)] III-1-2
dragen, gezegd van ijs dragen: het ĭĕs dreug (Guttecoven) dragen gezegd van ijs waarop men kan lopen [lijden, helen, houden] [N 81 (1980)] III-4-4
drager van het baldakijn hemeldrager: hemeldraeger (Guttecoven) Een drager van de troonhemel [himmelsdreëjer]. [N 96C (1989)] III-3-3
drager van het kerkvaandel vlaggendrager: vlaggendraeger (Guttecoven) De drager van het vaandel [vanedreëjer]. [N 96C (1989)] III-3-3
drank drank: drank (Guttecoven), drinkens: drènkes (Guttecoven), drinkje: drènkskes (Guttecoven) drank; Hoe noemt U: Dat wat gedronken wordt (drinken, soopje, zuip) [N 80 (1980)] III-2-3
dreef allee (<fr.): Van Dale: allee (&lt;Fr.), laan, brede weg tussen twee of meer rijen bomen.  alleij (Guttecoven, ... ) dreef [SGV (1914)] || een weg aan met beide zijden een of meer rijen bomen (dreef, dreeft, laan,laning, lei) [N 90 (1982)] III-3-1