e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

Gevonden: 4202
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druipen van de regen druppen: dröp (Guttecoven), zijpen: hê ziepde van de rêgne (Guttecoven, ... ), hê ziept van de rêgne (Guttecoven, ... ) droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)] III-4-4
druiventros druiventros: droevetros (Guttecoven) druiventros [SGV (1914)] I-7
druk heen en weer lopen rondrennen: ròndjrenne (Guttecoven) lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)] III-1-2
druk praten druk zijn: drök zeen (Guttecoven) druk praten [stemmen] [N 87 (1981)] III-3-1
drukte, gedoe gedoens: gedouns (Guttecoven) gedoente [SGV (1914)] III-1-4
druppel druppel: dröppel (Guttecoven) een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)] III-4-4
dubbel sierhek poort: port (Guttecoven), veken: vē̜kǝ (Guttecoven) Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6] I-8
dubbele toegangspoort van een gesloten erf opvaart: ǫp˲vārt (Guttecoven), voorpoort: vø̄rpǭrt (Guttecoven) De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.] I-6
dubbeltje dubbeltje: ein dubbeltje (Guttecoven) dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
duif (alg.) duif: doef (Guttecoven), dŏĕf (Guttecoven) Duif [SGV (1914)] || Wat is de gewone dialectbenaming van de duif in het algemeen? [N 93 (1983)] III-3-2