e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

Gevonden: 4202
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duif uit het eerste nest van het jaar vroege pieper: vreugə piepèr (Guttecoven) Hoe heet een duif uit het eerste nest van het jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
duif uit het laatste nest van het jaar late pieper: lāātə piepèr (Guttecoven) Hoe heet een duif uit het laatste nest van het jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
duif uit het tweede nest van het jaar pieper: pieper (Guttecoven) Hoe heet een duif uit het tweede nest van het jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
duif zeer donker met weinig kleurschakeringen donkere, een -: doenkerə (Guttecoven) Hoe noemt men een duif zeer donker met weinig kleurschakeringen (zwart)? [N 93 (1983)] III-3-2
duif, algemeen duif: doef (Guttecoven) Duif [SGV (1914)] III-4-1
duiker duiker: duukər (Guttecoven) de waterdoorgang onder een weg (duiker, heul, geul, schoor) [N 90 (1982)] III-3-1
duim duim: doem (Guttecoven) duim [N 10 (1961)] III-1-1
duim, maat van 2,5 cm duim: dōēm (Guttecoven) de maat die een lengte van 2 1/2 cm aangeeft [duim] [N 91 (1982)] III-4-4
duimeling duimeling: duumeling (Guttecoven) hoesje of deel van handschoen dat ter beschermin van een gekwetste vinger wordt geschoven en aan de pols wordt vastgemaakt [sluif, sleuf, duimeling] [N 23 (1964)] III-1-3
duin zandhoop: zèndj houp (Guttecoven) duin, heuvel van zand [zandklip, zandbult, blink] [N 81 (1980)] III-4-4