e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slechte drank kermisbier: kir’mensbeer (Haanrade, ... ) bier met te veel schuim || minder goed bier III-2-3
slechtgehumeurd (zijn) muitetig: moe’tetieg (Haanrade), muitig: moe’tieg (Haanrade), pruttelig: prut’telieg (Haanrade) humeurig, pruilerig || knorrig III-1-4
sleedoorn sleedoorn: sjlieë’doar (Haanrade) sleedoorn III-4-3
sleepruim kriek: krik (Haanrade) sleepruim III-4-3
sleutel sleutel: šløsəl (Haanrade) sleutel III-2-1
sleutelbloem sleutelbloem: sjlus’sel(s)blom (Haanrade) sleutelbloem III-4-3
sleutelbos sleutelsbond: vgl Hgd Schlüsselbund  šløsəls˂bont (Haanrade) sleutelbos III-2-1
sleutelgat sleutelslok: šløsəlslōͅx (Haanrade) sleutelgat III-2-1
slijpsteen slijpsteen: šlīfštē (Haanrade) Steen waarop gereedschappen als beitels, schroevendraaiers, etc. geslepen worden; meer in het bijzonder ook de ronde steen die om een spil of as draait en in een slijpstelling of aan een elektrische slijpmachine is bevestigd. Als slijpsteen worden korrelige, zeer harde steensoorten als amaril en carborundum gebruikt. Zij worden geleverd in grove, middel- en fijne korrel. Zie ook afb. 1. [N 33, 271; L 6, 68b; monogr.; div.] II-11
slim loos: loeës (Haanrade) slim, verstandig III-1-4