19071 |
wensen |
wnschen (du.):
wun’sje (Q121d Haanrade)
|
wensen
III-1-4
|
20634 |
wentelteefje |
verwensneetje:
verwensjnitsje (Q121d Haanrade)
|
wentelteefje
III-2-3
|
25569 |
werkbank |
hobelbank:
hubǝlbaŋk (Q121d Haanrade)
|
In het algemeen de houten bank waaraan de timmerman het hout bewerkt. Dit type werkbank is doorgaans aan de voorzijde ter hoogte van één van de poten en soms ook aan de zijkant voorzien van een houten bankschroef. Zie ook afb. 113. [N 53, 208a; monogr.]
II-12
|
26297 |
wervel |
wervel:
wervǝl (Q121d Haanrade)
|
Blokje hout, dat draaibaar om een spijker op de kozijnstijl is aangebracht en dient om deuren van kastjes en schuurtjes gesloten te houden. In het gebied rond Weert werd het ook voor vensterluiken gebruikt. Zie ook 'Limburgs Idioticon', pag. 291, s.v. 'wölverke', het, ø̄Nachtslotje. 't Is de kantuitspraak van wervelke. Geh. St-Truiden.ø̄ [A 27, 32a-b; monogr.]
II-9
|
25135 |
wervelwind |
wervelwind:
wir⁄velwink (Q121d Haanrade)
|
wervelwind
III-4-4
|
24408 |
wezel |
wezel:
wieë’zel (Q121d Haanrade)
|
wezel
III-4-2
|
24276 |
wielewaal |
goudmerel:
goudmerel
jood’meële (Q121d Haanrade)
|
wielewaal
III-4-1
|
33524 |
wijnstok, wingerd |
druif:
droef (Q121d Haanrade)
|
druif
I-7
|
19281 |
wijs |
wijs:
wies (Q121d Haanrade)
|
wijs, verstandig
III-1-4
|
24277 |
wilde eend |
eend:
end (Q121d Haanrade)
|
eend
III-4-1
|