e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wilde framboos brochmiemel: bróch’miemmel (Haanrade) framboos, wilde III-4-3
wilde gans gans: jaos (Haanrade) gans III-4-1
wilde roos (hondsroos, enz.) heggenroosje: heg’kerües-je (Haanrade) hageroos, hondsroos III-4-3
wilg (alg.) wijde: wie (Haanrade) wilg III-4-3
wilgenkatje miemekatje: miem’mekets-jer (Haanrade) wilgekatjes III-4-3
wilgensoorten treurwijde: troer’wie (Haanrade) treurwilg III-4-3
wind (alg.) poep: poep (Haanrade), vots: vóts (Haanrade), wind: wink (Haanrade) wind III-4-4
winderig weer windisch (du.): win⁄giesj (Haanrade) koud, nat en winderig III-4-4
winkelhaak winkelhaak: weŋkǝlhǫak (Haanrade  [(mv weŋkǝlhø̜ǝk)]  ) Haak waarvan de armen een hoek van 900 vormen. Met de winkelhaak wordt haaks afgetekend of kunnen werkstukken op hun haaksheid worden gecontroleerd. De winkelhaak kan L- of T-vormig zijn uitgevoerd en al dan niet van een aanslag (blok) of maatverdeling zijn voorzien. De T-vormige winkelhaak wordt ook T-haak of kruishaak genoemd. Zie ook het lemma "winkelhaak" in Wld II.9, pag. 10 en afb. 76. [N 33, 318a; N 33, 318c-d; N 64, 79b; monogr.] II-11
witte kaas, wrongel klatskaas: klatsj’kieës (Haanrade), kletskaas: kletsjkieës (Haanrade), makei: makai (Haanrade), makeikaas: makaikieës (Haanrade) wrongel || wrongel, kwark III-2-3