e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijzig ijzig: ie⁄zieg (Haanrade) ijzig III-4-4
in de schil gekookte aardappelen zwelmannetjeren: Op Kaarvrieddieg ose vöal lü sjwelmensjere mit herrek  sjwel’mensjere (Haanrade) in de schil gekookt aardappeltje III-2-3
in de tuin werken buttelen: bøtələ (Haanrade) licht tuinwerk doen III-2-1
in de was zetten bohnern: bōnǝrǝ (Haanrade) Het hout van meubels met was inwrijven. [N 56, 59a; monogr.] II-12
in ondertrouw gaan zich aangeven: ziech aa’jeëve (Haanrade) in ondertrouw gaan III-2-2
informeren (onverg.) zich umhren (< du.): ziech umhu’re (Haanrade) naar iets informeren III-1-4
ingemaakt voedsel ingemaakts: ¯t i¯jemaachs sjteet in d¯r kelder  i’jemaachs (Haanrade) inmaak III-2-3
inmaakpot drijschilderbaar: dreͅi̯šeldərbār (Haanrade), kappesbaar: kapəs˂bār (Haanrade), kompesbaar: kompəs˂bār (Haanrade), schilderbaar: šeldərbār (Haanrade) aardewerken pot van 30 liter || hoge, stenen pot met 1, 2 of 3 schildjes erop aangebracht naargelang de inhoud (10, 20 of 30 liter) || stenen baar waarin de zuurkool werd bewaard || zuurkoolvat III-2-1
inmaken inmaken: De boeëne, de proemme i¯maache  i’maache (Haanrade) inmaken III-2-3
inschenken inschudden: Sjud nog ins i, op ee bee kan me nit stoa  i’sjudde (Haanrade) inschenken III-2-3