e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kamille (alg.) kamille: kamil’le (Haanrade) kamille III-4-3
kandelaar kaarsenluchter: keetseluëter (Haanrade), kēətsəlyətər (Haanrade), luchter: lyətər (Haanrade) Hoe noemt u een kandelaar? (kandelaber) [N 104 (2000)] || kandelaar || luchter III-2-1
kandijsuiker borstsuiker: brós’tsoekker (Haanrade), kandijs-suiker: Verklw. kandiestsükkersje  kandies’tsoekker (Haanrade) kandij || kandijsuiker III-2-3
kaneel kaneel: sjtieve riesbrij mit tsoeker en kanieël  kanieël (Haanrade) kaneel III-2-3
kans chance (fr.): Bij dat meëdsje haste überhaup jing sjans  sjans (Haanrade) kans III-1-4
kap hemel: hemǝl (Haanrade) Dat deel van de klomp dat zich boven de voorvoet bevindt. Zie ook afb. 257. Bij de hoge klomp loopt de kap tot boven de wreef door, bij de lage klomp is de kap veel lager en korter. [N 97, 30; monogr.] II-12
kapstok klederstaander: kleͅi̯ərštɛndər (Haanrade) staande kapstok III-2-1
kapucijner kapucijners: kapetsien’ger (Haanrade) kapucijner, boon I-7
karakter (aard) aard: aad (Haanrade), wezen: weë’ze (Haanrade) aard || aard, wezen III-1-4
karpet, vloerkleed teppich (du.): tɛpix (Haanrade) vloerkleed, tapijt III-2-1