e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nijptang knijptang: knīptsaŋ (Haanrade), pitstang: petštsaŋ (Haanrade) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor tangen van diverse vorm en grootte die vooral dienen om spijkers uit trekken, maar vaak ook gebruikt worden om draadnagels of metaaldraad af te knippen. Zie ook afb. 144. Uit het Leuvens materiaal L B2, 228-229 blijkt, dat het woordtype trektang vooral de benaming is voor een vrij grote tang waarmee spijkers kunnen worden uitgetrokken. [N 33, 180; N 64, 47b; L B2, 228-229; monogr.; div.] II-11
nippen nippen: Heë niepet ins an d¯r sjedammer  niep’pe (Haanrade) nippen III-2-3
nok vorst: viǝš (Haanrade) De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.] II-9
noodbed, kermisbed kermisbed: kerməns˂bɛt (Haanrade) kermisbed III-2-1
nootmuskaat muskaat: besjoat (Haanrade), muskaatnoot: besjoat’noos (Haanrade), muskatebloem: besjoa’teblom (Haanrade) geraspte muskaat || muskaat || muskaat(noot) III-2-3
notenboom notenboom: no’seboom (Haanrade) noteboom I-7
notendop nootschaal: noos’-sjaal (Haanrade) notedop I-7
ogenblikje, korte tijd, eventjes amelang: a⁄melank (Haanrade), even: ef⁄fe (Haanrade), moment: momang⁄ (Haanrade), moment⁄ (Haanrade), nu: noe (Haanrade), ogenblik: o⁄geblik (Haanrade), slag: sjlaag (Haanrade) eventjes || ogenblik, korte tijd III-4-4
okkernoot boomnoot: boom’noos (Haanrade), dikke noot: dikke neus (mv.) (Haanrade), noot: noos (Haanrade) noot || walnoot I-7
olie boomolig: boom’oalieg (Haanrade, ... ) olijfolie || slaolie III-2-3