| 20955 |
rot |
rot:
Inne rótte appel
rót (Q121d Haanrade),
vuil:
vū.l (Q121d Haanrade)
|
rot
III-2-3
|
| 20896 |
rotten |
vuilen:
voel’le (Q121d Haanrade)
|
rotten
III-2-3
|
| 25041 |
roze (kleur) |
roza:
roz⁄za (Q121d Haanrade),
ro⁄za (Q121d Haanrade)
|
roze (kleur)
III-4-4
|
| 20089 |
rozenblad |
rozenblad:
roeë’zeblad (Q121d Haanrade)
|
rozeblad
III-2-1
|
| 24524 |
rozenbottel |
bottel:
bót’tel (Q121d Haanrade)
|
rozebottel
III-4-3
|
| 20846 |
rozijn |
rozijn:
rozieng’ (Q121d Haanrade)
|
rozijn
III-2-3
|
| 20851 |
rozijnenbrood |
rozijnenweg:
rozieng’ewek (Q121d Haanrade)
|
rozijnenbrood
III-2-3
|
| 25085 |
ruilen |
tuisen:
toe⁄sje (Q121d Haanrade),
vertuisen:
vertoe⁄sje (Q121d Haanrade)
|
ruilen
III-4-4
|
| 30772 |
ruitenzetter |
glasmaker:
jlāsmɛxǝr (Q121d Haanrade)
|
Vakman die ruiten op maat maakt en inzet. De 'ruitenkremer' trok vroeger met zijn 'glaskast' ('glāskas') op de rug langs de dorpen in de omtrek van Sittard om gebroken ruiten te vervangen. [N 67, 98d; monogr.]
II-9
|
| 34636 |
rulskar |
rulskar:
rølskār (Q121d Haanrade)
|
Kruiwagen die alleen voor het vervoer van bladeren en hooi gebruikt wordt (zie hiervoor Roukens (1937), pag. 147). Het is een kruiwagen zonder zijwanden of hoofdbord, maar met rondom rechtopstaande staafjes of latjes. De informant uit L 428 merkt op over dit type dat het "voor het ophalen van bladeren, bosgras, hooi, sprokkelhout, enz. Wordt gebruikt; de laadbak bestaat uit ronde stokken, enkele centimeters van elkaar geplaatst, dikke en dunne stokken wisselen elkaar af". Zie voor het woord ruls ook het Sittards Woordenboek s.v. röls:: "korfhekje van gevlochten tenen of latwerk, geplaatst op kruiwagen e.d. om een grote hoeveelheid van gering gewicht te kunnen vervoeren, b.v. bladeren, hooi, aardewerk etc." Deze kruiwagen komt alleen in het zuiden van Nederlands Limburg voor. [N G, 51 + 52f; N 18, 97a-b; L 16, 19b; A 42, 15; monogr.]
I-13
|