id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
33994 | haverzak | kopzak: kǫp˲zak (Haelen) | Zak, gevuld met haver, die men een ingespannen paard omhangt om het te laten eten. [N 13, 90; monogr.] I-10 |
24167 | havik | havik: havik (Haelen) | sperwer / havik (35 / 55 vrij ronde vleugels en lage staart; gestreepte onderkant, gele ogen; komen onverwachts laag aanvliegen en grijpen dan de verraste prooi; de kleine soort vaak op trek; s winters ook in stad en dorp; de grote broedt zeldzaam in g [N 09 (1961)] III-4-1 |
24480 | hazelaar | hazenotenstruik: - hasenotestroek (Haelen) | hazelnoot - boom (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)] III-4-3 |
21000 | hazelnoot | hazenoot: - hasenoat (Haelen) | hazelnoot - vrucht (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)] III-4-3 |
24320 | hazenleger | leger: Veldeke leger (Haelen), WLD leegər (Haelen, ... ) | Hoe noemt u de vaste ligplaats van een haas (leger, lechter, pot) [N 83 (1981)] III-4-2 |
21897 | hebzuchtig | hebberig: höbberig (Haelen) | een sterke begeerte naar geld hebben [hebbig, gewarig, greeg (zijn)] [rijven] [N 89 (1982)] III-3-1 |
19534 | hecht van een mes | heft: heft (Haelen) | handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)] III-2-1 |
24988 | heen en weer (bewegen) | op en af: op en aaf laupe (Haelen) | heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] III-4-4 |
24607 | heermoes | kattenstaart: kattesjtert (Haelen), kattestaart: katǝštɛrt (Haelen), paard(s)staart: pɛrtstɛrt (Haelen), paardsstaart: - pèrdstert (Haelen) | Equisetum arvense L. [DC 17 (1949)] || Equisetum arvense L. Zeer algemeen voorkomend onkruid uit de paardestaart-familie (Equisetum L.) op bouwland, grasland, tuinen en bermen met een rechtopstaande holle stengel, die geleed is en gemakkelijk uiteen te trekken. Op de grens van de afzonderlijke leden bevindt zich een krans van schubben, die de bladeren vertegenwoordigen. Deze sporenplant bloeit van april tot mei en varieert in hoogte van 10 tot 80 cm. In het algemeen bekender onder de familienaam paardestaart. L 214a: "De volksmond zegt dat onderaan de wortel van de katǝstart een gouden knøpkǝ zit." L 250: "Gedroogde blaadjes worden als medicinale thee gebruikt bij pijnlijke urinelozing." De samenstellingen met -staarts zijn verschoven vormen van staart; vergelijk het lemma Ploegstraat in aflevering I.1, blz. 62. [A 17, 5; A 49B, 4; monogr.] || paardestaart I-5, III-4-3 |
18015 | hees, schor | hees: heis (Haelen) | schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2 |