e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
okkernoot noot: -  noot (Haelen) okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] I-7
oksel armskot: ermskoete (Haelen), oksel: oksel (Haelen) oksel, oksels [oksel, okselschrooi, hoksel, hoks] [N 10 (1961)] III-1-1
olie koolzaadolie: kôelzaotaolie (Haelen), olie: aolie (Haelen), reubs-olie: reupsaolie (Haelen) olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] III-2-3
oliebol oliebol: òòliebol (Haelen) Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)] III-2-3
omheinen afmaken: āfmākǝ (Haelen), afrasteren: āfrastǝrǝ (Haelen), tuin maken: tūn mākǝ (Haelen) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining tuin: tūn (Haelen) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] I-8
omheining van ijzeren spijlen stanketsel: stankɛtsǝl (Haelen) Omheining van ijzeren spijlen of staven. [A 25, 4e] I-8
omheining van opstaande latjes hekje: hękskǝ (Haelen) Omheining getimmerd van opstaande latjes, meestal rond een tuin of hof. [A 25, 4d; monogr.] I-8
omheining van palen tuin: tūn (Haelen) Omheining van palen, verbonden door enkele latten of ruwe planken. [A 25, 4c; monogr.] I-8
omheining van takken tuin: tūn (Haelen) Omheining van een erf of een stuk land, gevlochten van takken. [A 25, 4b; monogr.] I-8