22327 |
spelletje |
partijtje:
pertieke (L322p Haelen),
potje:
bij het kaarten
pøͅtjə (L322p Haelen)
|
Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20165 |
spenen |
spenen:
špēǝnǝ (L322p Haelen)
|
Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59]
I-9
|
24247 |
sperwer |
havik:
havik (L322p Haelen),
sperwer:
sperwer en torenvalk worden wel stoetkop genoemd
sperwer (L322p Haelen),
stootkop:
sperwer en torenvalk samen worden "stootkop"genoemd; de namen "sperwer"en "havik"zijn niet onbekend.
stôêtkop (L322p Haelen)
|
sperwer / havik (35 / 55 vrij ronde vleugels en lage staart; gestreepte onderkant, gele ogen; komen onverwachts laag aanvliegen en grijpen dan de verraste prooi; de kleine soort vaak op trek; s winters ook in stad en dorp; de grote broedt zeldzaam in g [N 09 (1961)]
III-4-1
|
33513 |
sperziebonen |
bonen:
WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –)
bŏĕən (L322p Haelen)
|
De gewone boon met gezwollen zaden, prinsesseboon,sperzieboon, (slaboon, kereboon, herenboon, boterboon, prinses, suikerboon). [N 82 (1981)]
I-7
|
20535 |
spetteren |
springen:
sjpringə (L322p Haelen)
|
sudderen; Hoe noemt U: Knetteren van de boter in de pan bij verhitting (snerken, sudderen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
26360 |
spie |
krang:
(mv)
kręŋǝ (L322p Haelen),
krangspie:
krangspie (L322p Haelen),
spie/spij:
spi(i̯) (L322p Haelen)
|
De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2]
I-3
|
17569 |
spier |
spier:
spier (L322p Haelen)
|
pees, spier [N 10 (1961)]
III-1-1
|
24429 |
spiering |
spiering:
WLD
sjpīēring (L322p Haelen)
|
Hoe noemt u de spiering: een kleine beenvis. De schedel is min of meer doorzichtig. Hij komt voor aan de westkust van Europa en trekt in april-mei de rivieren op. Hij is zilverachtig en kan ± 15cm lang worden (spiering, spirk, pin) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
21373 |
spijbelen |
de school versteken:
sjool verstèke (L322p Haelen)
|
wegblijven van school: Hoe noemt men heimelijk, zonder medeweten van de ouders, ---? [DC 24 (1953)]
III-3-1
|
34592 |
spil van de berries |
pin:
pen (L322p Haelen)
|
IJzeren spil waarmee de berries van de slagkar bevestigd zitten aan de draagbomen onder de bak. [N 17, 18; N G, 56c]
I-13
|