22349 |
verstoppertje spelen |
verstoppertje spelen:
vərsjtøͅpərkə sjpēlə (L322p Haelen)
|
Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)]
III-3-2
|
34235 |
verstopte speen |
ontstoken deem:
ǫntstǭkǝ dīǝm (L322p Haelen)
|
Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a]
I-11
|
32577 |
verteerde mest |
oud mest:
ǭt [mest] (L322p Haelen)
|
De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.]
I-1
|
33454 |
vertikale paal in een poort |
stijl:
štīl (L322p Haelen)
|
Een rechtstaande, uitneembare paal in het midden van een poort, waartegen de beide poortvleugels gesloten kunnen worden. Deze paal is aan de bovenzijde meestal verankerd achter een gebogen stuk ijzer, aan de onderzijde in een gat. De paal wordt weggenomen als de poort helemaal geopend moet worden. De paal is onbekend in een groot aantal plaatsen. Door functionele overeenkomst kunnen de benamingen ook wel gebruikt worden voor andere soorten sluitbalken (zie deze lemmata). Zie ook afbeelding 18.g bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42e; N 5, 104; A 49, 4; add. uit N 5A, 93c]
I-6
|
19304 |
vertrouwen |
vertrouwen:
vertroewe (L322p Haelen, ...
L322p Haelen)
|
iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
21737 |
vervanger |
remplaant (fr.):
remplaçant (L322p Haelen)
|
iemand die in dienst gaat in plaats van een ander [remplaçant] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21167 |
vervoerbewijs |
kaartje:
kaertje (L322p Haelen)
|
het plaatsbewijs voor de bus, trein, tram [kaartje, coupon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19779 |
verwarmen, stoken |
stoken:
stòòke (L322p Haelen)
|
stoken [DC 35 (1963)]
III-2-1
|
24497 |
verwelken |
verslakkeren:
Veldeke
versjlakkere (L322p Haelen),
WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –)
vərsjlàkkərə (L322p Haelen)
|
Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24555 |
verwelkt |
verslakkerd:
Veldeke
versjlakkerd (L322p Haelen),
WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –)
vəersjlàkkərtj (L322p Haelen)
|
Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)]
III-4-3
|