19263 |
gehoorzamen |
gehoorzamen:
gehoorzame (L322p Haelen, ...
L322p Haelen),
luisteren:
loestere (L322p Haelen, ...
L322p Haelen)
|
een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17960 |
gehurkt zitten |
op de hukjes zitten:
oppe hūūkskes zitte (L322p Haelen),
op de hukken zitten:
oppe hoeke zitte (L322p Haelen)
|
hurken, op zijn ~ zitten [op de huuke, op znen huik, op zn huiketjes zitte] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
27539 |
geit |
geit:
gęi̯t (L322p Haelen)
|
Geit in het algemeen. Ten aanzien van germ merken enkele informanten (L 292 (Heythuysen), Q 99 (Meerssen), 111* (Ransdaal)) op dat hiermee een vrouwelijke geit wordt bedoeld. Zie afbeelding 7. [N 77, 74; L 14, 32; A 9, 20; JG 1a, 1b; Wi 7; NE I, 16; AGV, m3; Gwn 5, 13; Vld.; monogr.; S, Q 105 add.; S 10, add.]
I-12
|
33401 |
geitestal |
geitestal:
gęi̯te[stal] (L322p Haelen)
|
De ruimte in de stal waar de geiten zich bevinden. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [L 38, 29; A 10, 9g; monogr.]
I-6
|
21466 |
gekkenhuis |
gekkenhuis:
gekkenhoes (L322p Haelen)
|
een instelling voor het verplegen van krankzinnigen [zothuis, gek[ken]huis, fermerie] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24483 |
geknotte wilg |
wijdenboom:
eine wieë boum (L322p Haelen),
wijdenstruik:
eine wieë stroek (L322p Haelen)
|
de knotwilg (boom van het geslacht Salix) [DC 13 (1945)]
III-4-3
|
20690 |
gekookte hersens |
gebraden harren:
gebraoje herre (L322p Haelen)
|
Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24151 |
gekraagde roodstaart |
roodstaartje:
rôêdstertje (L322p Haelen),
rôêtstèrtje (L322p Haelen)
|
gekraagde roodstaart || gekraagde roodstaart (14 rood trilstaartje; man heeft zwart gezicht en iets rossige buik; zomervogel; algemeen; broedt in boomgaten; roep [uuiet-tak-tak]; zachte, heldere zang begint met [jie-dru-dru] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17580 |
gekruld haar |
krulhaar:
królhaor (L322p Haelen),
krulkop:
kraolkop (L322p Haelen)
|
gekruld haar [N 10 (1961)]
III-1-1
|
21274 |
geld |
geld:
geldj (L322p Haelen)
|
Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)]
III-3-1
|