17841 |
snurken |
snurken:
snørkə (P048p Halen)
|
snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
20664 |
soep |
sop:
Syst. Frings
soͅp (P048p Halen)
|
Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19513 |
soepketel, waterketel |
marmiet:
grote kuip waarin men aardappelen enz. in kookt (diereneten)
marmet (P048p Halen),
v mv. m@rets wordt meestal gebruikt om was in af te koken, ook wordt het gebruikt voor soepmermiet, varkensketel (om drank te koken)
meͅrmet (P048p Halen)
|
berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19518 |
soepketeltje |
soepmarmietje:
mv.s#pm@rmet\\k\\s
soͅpmeͅrmetəkə (P048p Halen)
|
keteltje van blik waarin men melk, soep e.d. naar de arbeiders in het veld brengt (perdons) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19521 |
soepterrine |
soepkasserol:
soͅpkəstroͅl (P048p Halen),
soepterrine:
soͅptəren (P048p Halen)
|
soepterrine [N 20 (zj)]
III-2-1
|
18196 |
sok |
sok:
zoͅk (P048p Halen)
|
sok, korte herenkous [zok, vlink, vlik, ene zök] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21287 |
soldaat |
soldaat:
soldo.ət (P048p Halen)
|
soldaat [RND]
III-3-1
|
20724 |
soldaatjes |
kaantjes:
Syst. Frings
koͅŋkəs (P048p Halen)
|
Stukjes geroosterd of in boter of vet gebakken brood (krepkes?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21289 |
soldaten |
soldaten:
soldo.ətə (P048p Halen)
|
soldaten [RND]
III-3-1
|
34118 |
soortige koe |
prijsbeest:
prē̜i̯ǝsbiǝst (P048p Halen),
vetbeest:
vętbiǝst (P048p Halen)
|
Koe die harmonisch van bouw is. [N 3A, 140]
I-11
|