18277 |
vest |
gilet (fr.):
witə žəle (P048p Halen),
žileͅi (P048p Halen),
kamizool (<fr.):
ka.məzol (P048p Halen),
wambuis:
wa.məs (P048p Halen)
|
herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || wit vest (manskledingstuk waarin het horloge gedragen wordt) [ZND 08 (1925)]
III-1-3
|
18533 |
vestzakje |
kamizooltas (<fr.):
ka.məzolteͅs (P048p Halen),
tasje:
teͅskə (P048p Halen)
|
vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34071 |
vetkoe |
vetbeest:
vętbiǝst (P048p Halen),
vette koe:
vętǝ [koe] (P048p Halen)
|
Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.]
I-11
|
34274 |
vetmesten |
vetten:
vętǝ (P048p Halen)
|
Vee vetmesten, in het bijzonder gezegd van stiertjes, kalveren en vaarzen. [N 38, 26; N 3A, 75a, 75b, 75c, 76 en 77a; monogr.]
I-11
|
19523 |
vetpot |
vetpot:
m. mv. p#t\\
veͅtpoͅt (P048p Halen)
|
pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
33665 |
vetweide |
vetwei:
vętwē̜ (P048p Halen)
|
Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.]
I-8
|
33756 |
veulen |
veulen:
vø̄.lǝ (P048p Halen)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
22832 |
vieren |
vieren:
gəvi:rt (P048p Halen)
|
gevierd [RND]
III-3-2
|
21537 |
vijf centiem |
solletje:
sôlleke (P048p Halen)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
21542 |
vijf frank |
stuk:
ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven (misschien netals bij vraag 5e: [st[k]?
stuk (P048p Halen),
ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven (misschien ook: [st[k]?
stuk (P048p Halen),
vijf frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
veͅi̯ə fraŋ (P048p Halen, ...
P048p Halen),
vijf-frankstuk:
ps. omgespeld volgens Frings.
vēͅfraŋstøk (P048p Halen)
|
5 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] || 5 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|