20827 |
inzouten |
zouten:
zātə (P048p Halen)
|
zouten [ZND 08 (1925)]
III-2-3
|
34074 |
jaarring |
jaarring:
(mv)
juǝreŋǝ (P048p Halen),
ring:
reŋ (P048p Halen)
|
Jaarlijkse ringvormige verdikking aan de hoorns. [N 3A, 106b]
I-11
|
18705 |
jacquetjak |
jak:
jak (P048p Halen)
|
jak in jacquetvorm [seketjek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18566 |
jacquetpak |
pitteleer (<fr.):
pitəliər (P048p Halen)
|
jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18259 |
jak |
casaquin (fr.):
ka.zəke͂ͅ (P048p Halen),
jak:
jak (P048p Halen, ...
P048p Halen,
P048p Halen,
P048p Halen,
P048p Halen,
P048p Halen)
|
damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)] || jak; inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] || vrouwenjak, lang ~ [kapoot, kasjevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18996 |
jaloers |
jaloers:
ook materiaal znd 27, 44
jaloes (P048p Halen)
|
jaloers [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
18336 |
jarretelle |
jarretelle (fr.):
zjarteͅls (P048p Halen)
|
jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
hie es pa zenne jas en moe heur geld; pa zenne koei en pa zen hond (P048p Halen),
ja.s (P048p Halen, ...
P048p Halen),
jas (P048p Halen),
mantel:
ma.ntəl} (P048p Halen)
|
jas [ZND 08 (1925)] || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] || Jas. Hier is vader zn jas en moeder haar geld... [ZND 44 (1946)]
III-1-3
|
18704 |
jasje van het mantelpak |
jak:
jak (P048p Halen),
jasje:
ja.skə (P048p Halen)
|
jasje van het mantelpak [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18572 |
jasje van het zwarte pak |
gilet (fr.):
žileͅi (P048p Halen)
|
jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)]
III-1-3
|