e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Halen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jurk kleed: het klieet van anna es veul langer as da van os mie (Halen), ketoene kliëd (Halen), kliët (Halen) Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)] || jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] || Kleed. Annas kleed is veel langer als dat van Mieke [ZND 44 (1946)] III-1-3
jus, vleesnat saus: Syst. Frings  sōͅs (Halen) Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] III-2-3
kaak kaak: kāk (Halen) kaak [N 10b (1961)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd kletskop: kleͅtskoͅp (Halen) kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)] III-1-1
kaal duivenjong platjong: plàtjuŋk (Halen) Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
kaantjes kaaitjes: koinkes (Halen), ko͂i̯kəs (Halen), kaantjes: koiŋkəs (Halen), kuəŋkəs (Halen), kanen: kōənə (Halen) Hoe heten de vetklonters, die overblijven, als runds of varkensvet wordt gesmolten? (kaan) [ZND 02 (1923)] || kanen [Goossens 1b (1960)] III-2-3
kaars kaars: kɛs (Halen) kaars [RND] III-2-1
kaarten (ww.) kaarten: /  kaarten (Halen), kaartspelen: koͅ.ət spɛ.lə (Halen) / [SND (2006)] || kaarten [RND] III-3-2
kaas kaas: kîês (Halen) kaas [RND] III-2-3
kaasmijt kaasmade: kiəsmōwə (Halen) mijt die leeft van (oude) kaas [N 26 (1964)] III-4-2