33431 |
balken onder de verhoogde tasruimte |
schuurhouters:
[schuur]hōu̯tǝrs (P048p Halen),
[schuur]hō̜ǝtǝrs (P048p Halen)
|
De balken die de verhoogde tasruimte naast de dorsvloer dragen. Zie de toelichting bij het lemma "tasruimte naast de dorsvloer" (3.3.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (schuur) het lemma "schuur" (3.1.1). [N 5A, 70b]
I-6
|
33427 |
balken van de zolder boven de dorsvloer |
schelf(t)hout:
sxɛlǝfthōǝt (P048p Halen)
|
De zware rondhouten die op de gebintbalken boven de dorsvloer rusten en die de zoldervloer vormen. Deze zolder is een schelf, die ofwel altijd aanwezig is, ofwel elk jaar tijdens het bergen van de oogst gevormd wordt en weer verwijderd als hij leeg is. De rondhouten worden gelegd van het ene gebint naar het andere of dwars op de lengterichting van de beuk die de dorsvloer inneemt. De enkelvoudsvormen betreffen ofwel één van de balken of zijn collectief voor al de balken samen. Zie ook de lemmata "onderste" en "bovenste balken van de schelf" (3.4.2 en 3.4.3). Zie ook afbeelding 14.c bij het lemma "dorsvloer" (3.2.1). [N 5A, 68b; N 4, 35 en 68; N 4A, 13a en 13b; monogr.]
I-6
|
34084 |
banden |
banden:
ban (P048p Halen),
pezen:
pęi̯zǝ (P048p Halen)
|
Een duidelijk zichtbare spierbundel even boven het begin van de staart aan weerskanten van het staartbeen, die zich ontspant wanneer de koe moet kalven. [N 3A, 111a]
I-11
|
18322 |
bandschort met borststuk |
voorschoot:
vərsXuwət (P048p Halen)
|
schort met borststuk en schouderbanden [schortel, scholk, sjutsel] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21633 |
bankbiljet |
briefje:
ps. omgespeld volgens Frings.
brefkə (P048p Halen, ...
P048p Halen)
|
bankbiljet, banknoot, een ~ [briefke?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18613 |
baret |
baret (<fr.):
baret (P048p Halen),
bareͅt (P048p Halen)
|
baret [flat, floets] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18173 |
barrevoets |
barrevoets:
baerəvuits (P048p Halen),
bairrevoeits (P048p Halen),
barrəvuets (P048p Halen),
berrevoeits (P048p Halen)
|
barrevoets [ZND 01 (1922)], [ZND 19 (1936)] || blootvoets [RND]
III-1-3
|
21781 |
bascule |
bascule:
baskøl (P048p Halen),
om alles te wegen en hoofdzakelijk om aardappelen te wegen
baskuul (P048p Halen),
baskəl (P048p Halen)
|
Weeginstrument met vaste vloer (bascule). [N 18 (1962)]
III-3-1
|
34501 |
bebroed bevrucht ei |
rot ei:
rot ei (P048p Halen)
|
[N 19, 54c]
I-12
|
34500 |
bebroed onbevrucht ei |
rot ei:
rot ei (P048p Halen),
rot ē̜ (P048p Halen)
|
[N 19, 54b]
I-12
|