| 34133 |
loeien van de koe in het algemeen |
blaken:
blākǝ (P048p Halen),
brullen:
brø̄lǝ (P048p Halen),
brø̜lǝ (P048p Halen)
|
[N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.]
I-11
|
| 34134 |
loeien van de koe om het kalf |
hunkeren:
hunkeren (P048p Halen)
|
In N 3A, 5b is gevraagd naar "Hoe noemt men het loeien van de koe om het kalf?". De antwoorden van de respondenten komen in grote mate overeen met die op de vraag naar 'het loeien van de koe in het algemeen" (zie lemma 6.1, "loeien van de koe in het algemeen'). Woordtypen die niet in dat lemma voorkomen, maar wel in dit lemma zijn: [N 3A, 5b]
I-11
|
| 34137 |
loeien van de koe van pijn |
blaken:
blākǝ (P048p Halen),
ruchelen:
røxǝlǝ (P048p Halen)
|
[N 3A, 5e]
I-11
|
| 17721 |
loeren |
loeren:
lurə (P048p Halen),
lonken:
luŋkə (P048p Halen)
|
kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 33813 |
lomp paard |
lompe klof:
lompǝ kluf (P048p Halen)
|
[JG 1a; N 8, 62h]
I-9
|
| 17688 |
long |
long:
lūŋə (P048p Halen)
|
De longen: a) van de mens [ZND 01u (1924)]
III-1-1
|
| 33679 |
loodzand |
licht zand:
lext sant (P048p Halen),
loodzand:
luǝtzant (P048p Halen)
|
De loodgrijze zandlaag onder de heizode. [N 27, 17]
I-8
|
| 21686 |
loon |
pree (<fr.):
ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven.
pree (P048p Halen),
quinzime (fr.):
ps. omgespeld volgens Frings.
kəzeͅm (P048p Halen)
|
loon, wat men verdient [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 20132 |
loops |
heet:
hiət (P048p Halen, ...
P048p Halen),
hīət (P048p Halen),
rits:
rets (P048p Halen),
ritsig:
retsix (P048p Halen)
|
konijn, geslachtsdrift vertonend [N 19 (1963)] || loops, geslachtsdriftig ve teef [Goossens 1b], [N 19 (1963)]
III-2-1
|