17817 |
lopen |
lopen:
loeapen (P048p Halen),
loepe (P048p Halen),
loêpen (P048p Halen),
lupə (P048p Halen),
lūpə (P048p Halen),
lōpǝ (P048p Halen)
|
lopen [ZND 25 (1937)] || lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || lopen: Hebt ge Klaas zien lopen ? [ZND 44 (1946)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82]
I-9, III-1-2
|
34008 |
losgetuigd leiden |
teugelen:
tø̜̄i̯gǝlǝ (P048p Halen)
|
Een paard zonder zadel en niet tussen berries leiden met de teugel. [N 8, 101c]
I-10
|
18697 |
losse linnen halsboord |
losse col (fr.):
loͅsə koͅl (P048p Halen)
|
halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18699 |
losse manchet |
losse manchet:
loͅsə ma.šeͅtə (P048p Halen),
manchet:
ma.nšeͅt (P048p Halen)
|
manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33395 |
losse voerbak in de varkenswei |
trog:
[trog] (P048p Halen)
|
Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b]
I-6
|
33365 |
losse voerbak voor runderen |
koekuip:
kui̯kø̜̄p (P048p Halen),
krib:
kryp (P048p Halen),
trog:
trǫx (P048p Halen)
|
Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.]
I-6
|
18317 |
losse zak onder de rok |
moedertjeszak:
moederkesak (P048p Halen)
|
tas, losse ~, zak of buidel die onder de rok wordt gedragen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
17687 |
luchtpijpen |
luchtpijpen:
loͅxtpēͅpə (P048p Halen)
|
luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19619 |
lucifer |
stekje:
stɛkskə (P048p Halen, ...
P048p Halen,
P048p Halen)
|
lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)]
III-2-1
|
21346 |
lui (lieden) |
mensen:
minsə (P048p Halen),
minsən (P048p Halen)
|
mensen [RND] || volk [RND]
III-3-1
|