e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Halen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raapzaadolie raapsmout: ropsmā.t (Halen) De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.] I-5
raar, vreemd aardig: ook materiaal znd 8, 045  oidich (Halen), vies: ook materiaal znd 19a, 003  vis (Halen), vreemd: dīə ɛs hi vrømt (Halen) Die is hier vreemd. [ZND 08 (1925)] || zonderling, vreemd [ZND 01 (1922)] III-1-4
radijs radijs: radēs (Halen) [ZND 41 (1943)] I-7
rafel fringel: frengelen (Halen), kettel: kettelen (Halen) Rafels. Hoe noemt men de rafels die afhangen aan zeer versleten kleren ? [ZND 41 (1943)] III-1-3
ragebol halve maan: halefmuwən (Halen), m. mv. b\\st\\ls zeer lange steel. Wordt gebruikt om vensters op een hoge afstand te kuisen  haləfmuən (Halen), vegenshoofd: vɛ̄gəshyət (Halen) borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)] III-2-1
rammelaar rijder: rēͅər (Halen) rammelaar, mannetje konijn [Goossens 1b (1960)] III-2-1
rammenas rammenas: rammenets (Halen) [ZND 41 (1943)] I-7
rand van een hoed kant: kant (Halen), rand: rand (Halen) luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
ranzig bedorven: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  (bedurft) (Halen) garstig [ZND 23 (1937)] III-2-3
rapen rapen: rāpǝ (Halen) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5