19558 |
rasp |
rasp:
rasp (P048p Halen),
vr rasp\\
rasp (P048p Halen)
|
rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20529 |
rauw |
rauw:
roa vliësch (P048p Halen)
|
Rauw vlees. [ZND 41 (1943)]
III-2-3
|
34093 |
rechterachterkwartier |
achterste rechts kwartier:
axtǝrstǝ ręxs ketīr (P048p Halen)
|
Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d]
I-11
|
34092 |
rechtervoorkwartier |
voorste rechts kwartier:
vøstǝ ręxs ketīr (P048p Halen)
|
Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c]
I-11
|
18716 |
redingote? |
redingote (fr.):
halve seizoensjas
rəde͂ͅgoͅ (P048p Halen)
|
riddingot, in de betekenis van kostuum(onderdeel); betekenis/uitspraak [N 23 (1964)]
III-1-3
|
25083 |
reeks, rij |
rij:
rēͅ (P048p Halen),
root:
root (P048p Halen)
|
rij [ZND 19A (1936)]
III-4-4
|
22810 |
refrein |
refrein:
refreein (P048p Halen)
|
Een refrein (het steeds terugkerende gedeelte van een lied). [ZND 41 (1943)]
III-3-2
|
30179 |
regels |
rekels:
rē̜.kǝls (P048p Halen),
travers:
travē̜rs (P048p Halen)
|
De horizontale balkjes die tussen de stijlen bevestigd worden. Zie ook afb. 47. De horizontale balk die de hele muurbreedte overspande, werd in Q 97 de 'kettingbalk' ('kęteŋbalǝk') genoemd. De balken werden met behulp van een pen/gat-verbinding aan elkaar bevestigd. De pen noemde men 'kijl' ('kīl'), het aan elkaar bevestigen van de balken 'angen' ('aŋǝ'). Bij de bovengenoemde houtverbinding bedroeg de doorsnede van het gat altijd het derde deel van de totale breedte van de balk. [N 4A, 52b; N 31, 45 add.; monogr.; div.; Vld]
II-9
|
25171 |
regen (alg.) |
regen:
rēͅgəl (P048p Halen),
règel (P048p Halen)
|
regen [ZND 23 (1937)] || regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25181 |
regenboog |
regenboog:
rēͅgəlbōx (P048p Halen)
|
regenboog [weerteken] [N 22 (1963)]
III-4-4
|