e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Halen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rundvleessoep rundssoep: Syst. Frings  rønssoͅp (Halen) Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)] III-2-3
rups koolrups: kylrəsp (Halen), rups: rəps (Halen, ... ), rəsp (Halen) groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)] III-4-2
ruw, hard ruig: ruige (Halen), ruw: das nə rø͂ͅə kērəl (Halen) dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] III-3-1
sabbelen sabberen: zabərə (Halen) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
samenspannen beteenspannen: dê twie spanə bədien (Halen), bijeenspannen: ze spanne bè ien (Halen), gelijkspannen: dè twie spanne gelèk (Halen) Die twee heulen samen (spannen samen tegen de anderen) [ZND 26 (1937)] III-3-1
sandaal sandaal: sandal (Halen) sandaal [N 24 (1964)] III-1-3
saus saus: saos (Halen) saus [RND] III-2-3
savooiekool savooiekool: səvūə kyələ (Halen) [Goossens 1b (1960)] I-7
schaafafval schavelingen: %%enkelvoud%%  sxāfǝleŋk (Halen) Het afval dat bij het schaven ontstaat. Zie ook Limburgs Idioticon, pag. 222 s.v. sch√™fsel, ø̄schavelingen, krollenø̄. [N 53, 124; N 55, 189; L 42, 17; monogr.] II-12
schaal van een ei schulp: sxølǝp (Halen), sxø̄lp (Halen) Het kalkachtige omhulsel van een ei. Onder het woordtype schaal verbergen zich twee verschillende woorden, die in het Nederlands zijn samengevallen, doordat de Westgermaanse ā van het eerste woord, dat "komvormig voorwerp" betekende, en de Westgermaanse a in open lettergreep van het tweede woord, dat "omhulsel" betekende, beide een lange ā opleveren. De meeste Limburgse dialecten onderscheiden echter nog steeds deze twee historische klinkers. In de westelijke helft van Belgisch Limburg (gebied I) heeft ''schaal'' "eierschaal" een vocalisme dat Westgermaanse ā voortzet, in de oostelijke helft, in heel Nederlands Limburg evenals in het noordoosten van de provincie Luik (gebied II) een dat Westgermaanse a in open lettergreep voortzet. In dat oostelijke gebied is daarnaast ook schaal met oude ā vaak bekend, maar het betekent er "groot, plat bord", "collecteschaal" of "weegschaal". In enkele noordwestelijke Belgisch Limburgse dialecten heeft algehele (gebied III) of gedeeltelijke (gebied IV) samenval van ā en a in open lettergreep plaatsgevonden, zodat er niet kan worden uitgemaakt op welke van de twee oorspronkelijk verschillende woorden het woordtype schaal er teruggaat. Zie hiervoor in de bibliografie Goossens 1967. Enkele Nederlands Limburgse gegevens bevatten een historische ā. Blijkbaar gaat het hier om verwarring met het woord ''schaal'' voor "schotel".' [N 19, 55a; JG 1b, 1c, 2c; A 39, 9a; A 39, 9b; monogr.] I-12