33156 |
blad van het strosnijmes |
blad:
blat (P048p Halen)
|
Het metalen deel van het strosnijmes. Vergelijk ook de lemma''s ''blad van de zeis'' (3.2.11) in aflevering I.3 en ''blad van de zicht'' (4.3.7) in deze aflevering. Zie voor het verschijnsel dat de naam van de gereedschap als geheel ook wordt gebruikt voor het werkend deel ervan, ook het lemma ''vlegelknuppel, slaghout'' (6.1.10) in deze aflevering). Zie afbeelding 18, c. [N 18, 103a]
I-4
|
32972 |
blad, bladeren van een plant |
blad:
blat (P048p Halen),
blǭt (P048p Halen),
bladeren:
blǭrǝ (P048p Halen)
|
Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.]
I-4
|
24514 |
bladrozet van de paardebloem |
suikerij:
senherè (P048p Halen),
-
suikerij (P048p Halen)
|
paardebloem [ZND 15 (1930)] || paardebloem, bladrozet van
III-4-3
|
19978 |
blaffen |
bassen:
basə (P048p Halen),
basən (P048p Halen)
|
blaffen [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
34405 |
blaten |
blaken:
blākǝ (P048p Halen),
bleten:
blɛtǝ (P048p Halen)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.]
I-12
|
24473 |
blauwe bosbes |
bosbeer:
verzamelfiche, ook mat. van ZND02, 3 en ZND16, 2
boschbeir (P048p Halen),
krokkebaas:
verzamelfiche, ook mat. van ZND02, 3 en ZND16, 2
krakəbās (P048p Halen),
krakəbø͂ͅs (P048p Halen)
|
bosbes, alg. [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
29612 |
blauwe klei |
gelleem:
žɛliǝm (P048p Halen)
|
De blauwe klei in het algemeen en de klei die onder het veen zit in het bijzonder. [N 27, 19b; N 27, 44]
I-8
|
24122 |
blauwe reiger, reiger |
reiger:
reigel (P048p Halen)
|
reiger [ZND 41 (1943)]
III-4-1
|
17691 |
blazen |
blazen:
blāwzə (P048p Halen)
|
blazen [N 10b (1961)]
III-1-1
|
17986 |
bleek |
bleek:
bliek (P048p Halen),
bliek gezicht (P048p Halen),
es zoee blieek (P048p Halen),
m es zu blīk (P048p Halen),
əm zit zu blijk (P048p Halen)
|
bleek [ZND 01 (1922)] || hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] || hij is zo bleek [ZND 21 (1936)]
III-1-2
|