33095 |
dak van de mijt |
deksel:
dęksǝl (P048p Halen),
kop:
kǫp (P048p Halen)
|
Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Kap kan zowel op het gehele dak of, elders, alleen op de spits van het dak wijzen. In Q 158a wordt uitdrukkelijk aangegeven dat het dak kan uitlopen in een ronde spits ("appel") of in een spitse ("peer"), zie ook het lemma ''spits, kop van de mijt'' (5.1.24) en afbeelding 8. De opgaven die betrekking hebben op het materiaal waarmee gedekt wordt staan in het lemma ''strowalm'' (6.1.25). [N 15, 45b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
33466 |
dakwelving boven een schuurpoort |
kapelletje:
kapɛlǝkǝ (P048p Halen)
|
De welving van het strooien dak boven een schuurpoort die een poort van voldoende hoogte mogelijk maakt onder een overigens laag afhangend dak. Zie ook het lemma "verhoogd dakgedeelte boven een poort" (4.2.3). Zie ook afbeelding 22.c bij het lemma "terugwijkende dakrand" (4.2.1). [N 4A, 32]
I-6
|
18706 |
damesblouse |
casaquin (fr.):
ka.səkə (P048p Halen)
|
damesblouse, te dragen bij een rok [bloes, stelsel, jak, beskien, kazevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18409 |
dameshoed? |
hoed:
hut (P048p Halen),
vrouwluihoed:
vroͅlihud (P048p Halen)
|
dameshoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18375 |
dameslaars |
vrouwbot:
vroͅoͅboͅt (P048p Halen)
|
vrouwenlaars [stevelet] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18263 |
damesmantel |
jas:
jas (P048p Halen, ...
P048p Halen),
mantel:
mantəl (P048p Halen),
vrouwluijas:
vroͅlijas (P048p Halen, ...
P048p Halen)
|
damesmantel; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18370 |
damesschoen met hoge of halfhoge hak |
talonschoen (<fr.):
təlonsXunə (P048p Halen)
|
damesschoenen met hoge of halfhoge hak [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18720 |
damestrui? |
gilet (fr.):
želē (P048p Halen)
|
damestrui, kledingstuk zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
17702 |
darm |
darm:
deͅrm (P048p Halen)
|
darm, darmen [N 10b (1961)]
III-1-1
|
18250 |
das, sjaal |
sjaal:
šal (P048p Halen, ...
P048p Halen)
|
das, sjaal, om de hals gedragen [das, polderdas, sjerp, kazzenij] [N 23 (1964)]
III-1-3
|